zondag 31 oktober 2010

Kwestie van budgetbeheer

Ik heb het geluk dat ik me geen zorgen hoef te maken over de financiële kant van de zaak. Denk ik. Hoop ik. Niet dat ik zelf zo rijk ben of zo, maar door mijn familie die maar al te graag wilt bijspringen op dat vlak. Allerliefste wilt er niet van horen. Hij vindt dat we onze eigen boontjes wel kunnen doppen. Hij is optimistisch. Ik ben momenteel maar halftijds aan het werk en heb de zoektocht naar een voltijdse baan of een bijkomende halftijdse even stilgelegd, kwestie van de emoties en de stress wat de baas te kunnen blijven. Aangezien ik geen bijkomende uitkering trek, hebben we geen groot inkomen en het grootste stuk daarvan gaat naar onze afbetaling van ons huisje met drie kamers. Maar de drempel is wel heel hoog om te gaan aankloppen voor financiële sponsering, familie of niet en beloftes of niet. Ik voel me een halve bedelaar nog voor het zover gekomen is.

Ik had altijd wel al geschat dat we het financieel wat krap zouden hebben de eerste jaren na de verhuis naar ons nieuw huisje, maar dan had ik kosten in gedachten gehad als verbouwingen, nieuwe meubelen, crèchekosten, schoolkosten, kleertjes, verzorging en medische kosten voor de kinderen, duurdere gezinsreizen, autokosten,... Nu zit ik met de vrees dat eens er kinderen zullen zijn, mijn spaarpotje voor deze andere dingen reeds opgesoupeerd zal zijn. Door de behandelingen en mijn halftijdse baan, kunnen we zelfs geen auto kopen en moet ik regelmatig een lift vragen aan familie en vrienden. Gelukkig ligt het Fertiliteitscentrum op een spreekwoordelijke scheet van huis en werk, uitstekend te doen met de fiets. Mijn conditie gaat er gestaag op vooruit.

Eén prik met Decapeptyl (met een dosis voor drie maanden) kost om en bij de 250 à 300 euro. Na tussenkomst van de mutualiteit en/of hospitalisatieverzekering kost het nog maar 10 à 20 euro. Ik zou de precieze bedragen nog eens moeten opzoeken. Over twee weken moet ik dagelijks een injectie krijgen met een dagdosis. Over drie à vier weken komt daar een dagelijkse injectie met Menopur bij. Over twee weken moet ik nog eens bloed laten testen. Daarna komen regelmatig bloedtesten en echo's. Geen idee hoeveel me dat zal kosten.
Maar voor je die tussenkomst krijgt, moet je hospitalisatieverzekering eerst akkoord gaan met de reden waarom je die prik nodig hebt. En voor tussenkomst voor de rest van je behandeling, moeten ze ook akkoord gaan.

Ergens zit een dokter achter een bureautje die me nog nooit gezien of gehoord heeft, in mijn dossier te lezen. Ik heb er het raden naar welke informatie ze haar allemaal hebben doorgestuurd. Op haar bureau liggen twee stempels: 'Voor akkoord' en 'Niet akkoord'. Zou ze quota krijgen hoeveel dossiers ze wel of niet mag goedkeuren? Quota zodat alle kosten wel binnen budget blijven?

donderdag 28 oktober 2010

Topatleten en vruchtbaarheid

Vorige maand lag er een brief in de brievenbus. Van het centrum. Het was om te laten weten dat ze een aanvraag voor goedkeuring voor tussenkomst in de medische kosten van mijn behandeling hadden opgestuurd naar mijn verzekeraar.

'Wegens vrouwelijke onvruchtbaarheid...' Dat stond er in de brief. Ik begon meteen kwaad te foeteren dat ik niet onvruchtbaar ben. Ik heb eitjes. Ik heb een baarmoeder en ik heb nog steeds bij mijn weten prima eileiders die die eitjes in die baarmoeder kunnen krijgen. Ik heb er alleen een aandoening bij die daar nog een paar woekerende cystes aan toevoegt. Konden ze niet schrijven: 'wegens de aandoening van mevrouw...'?

De gynaecoloog had me een paar weken ervoor iets gezegd dat me had doen wenen en lachen tegelijkertijd. Toen hij ons had uitgenodigd om de resultaten te bespreken van de laparoscopie, vertelde hij dat het goed zit met mijn voorraad eitjes. Hij gooide er een cijfer bij dat me niks zei en dat ik niet onthouden heb, maar hij was opgetogen en dus was het wel goed nieuws. Toen vroeg hij of we Allerliefste zijn resultaten al wisten. Synchroon schudden we het hoofd. Hij deed Allerliefste zijn dossier open en fronste. En toen richtte hij zich tot mij:
'Ja, mevrouw Bremer, u heeft de juiste man gekozen. Uw man zijn zaad behoort bij de topatleten.' Weer volgden wat cijfers die moesten uitwijzen dat Allerliefsten zijn zwemmers tot de bovenste klasse behoren. Dat deden die cijfers wel. Alleen zeiden de cijfers mij verder niks en ik ben ook die cijfers vergeten.

Allerliefste bleef quasi onbewogen bij dit meer dan goede nieuws, al groeide hij plots twee centimeter van trots. Buiten was het eerste wat hij erover zei: 'ik had niets anders verwacht.' Mannen! Maar ik was blij, hij mocht wel trots zijn. En toen voegde hij er met een brede grijns aan toe: 'Zou het iets opbrengen om spermadonor te worden?' Lachend gaf ik hem een por in de zij, 'eerst ikke, en dan de rest.' Hij blies even, zo egoïstisch van mij.

Maar terug naar de woorden van de gynaecoloog. Hij ging door: 'Eigenlijk bent u allebei heel vruchtbaar nu. Sommige gynaecologen zouden u misschien voorstellen om toch natuurlijk te proberen. Maar met uw endometriose raad ik het toch af.' Ik begreep de boodschap. Als het niet meteen lukt is de kans dat mijn eierstokken onherstelbaar beschadigd raken, te groot. Toch moest ik ook lachen, want ik was vruchtbaar.

woensdag 27 oktober 2010

Geen reden tot uitstel

In december 2008 ging ik zoals altijd weer op controle. Ik kondigde aan dat ik gestopt was met de pil. Ik zei dat we niet actief aan het proberen, dat we zelfs nog wat voorzichtig waren (een zwangerschap zou slecht uitgekomen zijn in die periode, ik had jobzorgen), maar dat ik het niet langer wou tegenhouden met anticonceptie. Ik wou de natuur zijn gang kunnen laten gaan. Intussen was ik helemaal in de waan dat ik geen endometriose had (de gynae kon maar niks constateren dat in die richting wees) en dat ik gewoon een natuurlijke aanleg had voor pijnlijke maandstonden. Met Oudjaar wenste ik wel voor een kindje voor mijn dertigste verjaardag.

In december 2009 stond ik er weer. Halverwege het jaar was ik de kalender wel beter in de gaten beginnen houden. Er was nog geen zwangerschap, zelfs nog geen miskraam, maar wel mijn vroegere klachten. De cyste pronkte terug op de echo. Mijn gynaecoloog vertelde me niet hoe groot hij was. Hij gaf me de raad nog een jaar verder te proberen, en de kalender goed in de gaten te houden. Met Oudjaar was ik helemaal down. Ik wenste maar één ding voor het nieuwe jaar: of een kindje of een zwangerschap. Een kindje hebben voor mijn dertigste verjaardag was quasi onmogelijk geworden.

In juni 2010 had ik het stilaan wel gehad. Op het werk vroegen me of alles wel ok was. Tuurlijk. Geen probleem. Enkel mijn regels, haha (met een lichte bloos op de wangen). Nu ik mijn regels niet meer zo kon regelen dat ze in het weekend erdoor kwamen, kon ik niet meer vermijden dat ik moest gaan werken op de pijnlijkste dagen. Soms was ik bijna high van de pijnstillers. Soms draaide ik bijna van mijn sus door een plotse flauwte.
Het viel van mijn kop af te lezen wanneer ik ze had. Niet alleen door de pijn, maar ook door mijn humeur. Elke maand was een kleine martelgang. Met het einde van mijn regels, begon het plannen weer, ik duidde soms zelfs de vruchtbare dagen aan in mijn agenda, en dan kwam de hoop weer. En die bouwde stilaan op. Elke dag dat mijn regels precies wat langer uitbleven dan normaal, begon ik meteen te dagdromen en me te fixeren op alle mogelijke signalen van een vroege zwangerschap. Ja, ik had ineens pijnlijke borsten. Zou ik...? En dan kwam de PMS erdoor (premenstrueel syndroom) en ging mijn humeur in vrije val. Tegen de dag dat mijn regels erdoor kwamen, voelde ik me een bijeengeveegd wrak. 'Oei, Marit, je ziet er moe uit! Heb je niet goed geslapen?' 'Euh, nee, niet echt...'

Ik vroeg ook aan anderen (koppels met kinderen) hoe lang zij hadden moeten proberen. Ik kickte op verhalen van anderen die vertelden dat ze toch wel acht maanden hadden moeten proberen. En zij hadden zelfs een jaar moeten proberen. En die ginder, dat ging ook niet zo snel. Het kon nog. Er waren er nog.

En dan vroeg ik me ineens af: maar wat als er ook een probleem is bij Allerliefste? Elke maand dat het niet lukt, gaat het beetje bij beetje achteruit met mijn vruchtbaarheid. Die bloedcyste ging echt niet stoppen met groeien omdat ik het zo lief vroeg, he. Een paar minuten later legde ik de telefoon neer. Ik had een afspraak in het Fertiliteitscentrum.

dinsdag 26 oktober 2010

Geen reden tot paniek

Een nicht van mij vroeg me deze zomer na de laparoscopie of ik nu niet blij was dat ik eindelijk de oorzaak wist waarom ik maar niet zwanger geraakte. Euh, nee... Toch niet. Ik ben niet opgelucht nu ik weet wat er aan de hand is. Maar dat komt omdat ik al op voorhand te horen had gekregen dat ik waarschijnlijk endometriose had, en eigenlijk al lang wist wat de gevolgen zouden (kunnen) zijn. Het voelde aan alsof na al die tijd het vonnis gewoon eindelijk zwart op wit stond. Het was geen opluchting. Het was een probleem waar ik niet langer omheen kon.

Jarenlang is de endometriose onder controle geweest. Sinds mijn 16 - 17 weet ik dat ik mogelijk endometriose heb. Mijn toenmalige gynaecologe ontdekte toen op echo een cyste van circa 2cm. Ik ging aan de pil en de cyste groeide niet. Het enige wat ik toen snapte was: 'Je hebt een cyste die eruit moet voor je aan kinderen wilt beginnen, anders ga je enkel miskramen hebben.' Ik kan het haar zo nog horen zeggen.
Tussen mijn 20ste en mijn 22ste stopte ik weer met de pil. Ik ben geen fan van onnodig hormonen slikken (ik had geen relatie dus daar moest ik het ook niet voor doen). Ik was nog niet goed op de hoogte van de link tussen maandstonden en groeiende bloedcystes.

Gedurende deze twee jaar groeide mijn cyste. Ik had regelmatige maar pijnlijke maandstonden. Soms stond ik ineens dubbelgevouwen van een wee-achtige pijn. Dat was geweldig om voor te hebben tijdens het winkelen bijvoorbeeld. Ik plande mijn agenda in functie van mijn cyclus en vermeed belangrijke afspraken op de eerste dagen van mijn regels. In dezelfde tijd had ik ook erg veel last van de darmen. Uiteindelijk onderzochten ze of ik niet leed aan de ziekte van Crohn. Noch de ziekte, noch het onderzoek wil ik iemand toewensen. Echt waar... De conclusie van dat onderzoek opende wel mijn ogen: ze hadden ontdekt dat mijn darm van buitenaf werd afgekneld. Er zat 'iets' in de weg. Ze drukten mij op het hart nog eens een grondig gynaecologisch onderzoek te doen.

Ik was inmiddels 23 en stond bij weer een nieuwe gynaecoloog. De cyste mat 7cm en was mogelijk alweer gekrompen (ik was alweer aan de pil, want ik was inmiddels Allerliefste tegen het lijf gelopen). Hij vroeg of ik al kinderplannen had. Nee, nog niet. Hij schreef me dezelfde pil voor die ik al nam, maar ik moest hem doornemen, zonder pauzeweek. En als ik aan kinderen wou beginnen, moest ik terugkomen.

Zes maanden later begon ik last te krijgen van bruinverlies en stapte ik weer naar een nieuwe gynaecoloog. Deze keer pas nadat ik rondgevraagd had. Ik wou zeker zijn dat deze gynaecoloog op de hoogte was van endometriose en me niet naar huis zou sturen met wat lapmiddeltjes of miskraamwaarschuwingen. Ik ging naar een professor in Antwerpen, niet echt naast de deur voor mij. Hij deed een echo en vond... niets. De cyste was ofwel zo klein geworden dat hij hem niet meer vond, of gewoon verdwenen door de pil. Ook hij vroeg of ik al een kinderwens had. Ik schudde mijn hoofd. Ik stond op het punt te stoppen met studeren en mijn eerste job te gaan zoeken.
Het bruinverlies is blijkbaar een normaal gevolg van het doornemen van de pil. Hij zuchtte wel en voegde eraan toe dat het daarom ook niet echt aangewezen is de pil langer dan 3 maanden achtereen door te nemen.
Omdat hij niets zag op de echo of bij inwendige onderzoeken, is hij nooit erg bezorgd geweest over de endometriose. Die was er niet. Hij zei dat men misschien een andere cyste had gezien die vanzelf weer verdwenen was. Er was geen reden tot paniek. Ik mocht de pil weer gewoon innemen, met pauzeweek.
Ik ging jaarlijks bij hem op controle. Jaarlijks raadde hij me aan om toch zo snel mogelijk aan kinderen te beginnen, want er was misschien geen reden tot paniek, hij zag ook geen reden tot uitstel.

maandag 25 oktober 2010

Gewroet in mijn buik - vervolg

Op voorhand hadden ze gezegd dat ze gewoon even zouden kijken en wat foto's nemen. Ze hadden gezegd dat een complexe operatie misschien nodig zou zijn om de endometriosecystes weg te snijden. Daar zou een laser voor nodig kunnen zijn die ze niet hadden. Daarvoor moest ik naar Leuven. Op het forum had ik gelezen dat daar een wachtlijst zou zijn tot twee jaar. 'We sturen u liever door dan dat we zelf aan de slag gaan en teveel goed materiaal wegsnijden, snapt u?'
De dokter kwam tegen half zeven 's avonds verslag uitbrengen. Hij aarzelde bij het binnenkomen; bij het begin van zijn verhaal. Heel even was ik opgelucht dat hij niet meteen begon te roepen dat er helemaal niks was geweest en dat ik niet meer dan een aansteller was etc. Dat was maar heel even...

'Ja mevrouw Bremer, dat was me nogal iets,' en hij wreef eens in zijn haar alvorens verder te gaan. 'Eerst hebben we binnen in uw baarmoeder gekeken. Dat was goed. Uw baarmoeder ziet er goed uit, en de eileiders zijn open. Dat was dus in orde. Maar toen deden we de laparoscopie om de buitenkant van uw baarmoeder te bekijken en dat was wel een ander verhaal. Eerst de linkereierstok. Die was flink aangetast door een grote cyste en was helemaal verkleefd, voor een stuk tot tegen het bekken. We hebben de cyste meteen verwijderd en de eierstok losgesneden. De rechter eierstok, daar zat geen cyste op maar was volledig verkleefd. Ook die hebben we losgesneden.' Weer pauzeerde hij even. 'Het is toch endometriose graad 3 tot zelfs 4.'

'Ik stel voor dat we onmiddellijk starten met een hormoonbehandeling om uw cyclus meteen stil te leggen. Ik geef u een voorschrift mee voor Decapeptyl. Daarmee wordt uw cyclus voor drie maanden stilgelegd. Daarna wordt het waarschijnlijk IVF. Heeft uw man zijn staaltje al binnengebracht?'
Toen de dokter weer buiten was, heb ik voor het eerst en voor het laatst echt geweend. Ik zal nooit natuurlijk kinderen mogen krijgen. De kans dat de cystes terugkomen en meer schade aanrichten is te groot.

Endometriose delen ze op in vier caterogiën. Ik heb de (bijna) ernstigste vorm. Het zat langs de buitenkant van mijn baarmoeder waar het kan gaan woekeren. Bij andere vrouwen zit het tot op de darmen en blaas bijvoorbeeld. Het kan de eileiders afknellen of kapot maken en door verklevingen de eisprong tegenhouden. Endometriose veroorzaakt bloedcystes die mee bloeden met de maandstonden. Aangezien dat bloed niet wegkan, groeien de cystes telkens. Dit veroorzaakt de pijnlijke maandstonden die zo typisch zijn voor endometriose.
Naast hormoonbehandelingen die je cyclus aan banden leggen, of het wegsnijden van cystes en verklevingen, helpt ook een zwangerschap om endometriose te doen verdwijnen. De gynaecoloog waar ik jaren naartoe ben gegaan, was er een voorstander van om te proberen de cyste vanzelf te laten verdwijnen door nog een tijdje te blijven proberen en te hopen op een snelle zwangerschap. De toenemende maandelijkste pijn en het uitblijven van die snelle zwangerschap deden me de stap zetten naar een Fertiliteitscentrum.

Ik ben echter geen dokter en kan enkel proberen te interpreteren wat mij verteld wordt. Wil je er meer over lezen, klik dan op deze links: www.endometriose.be of www.deverdwaaldeooievaar.be.

zondag 24 oktober 2010

Gewroet in mijn buik

De laparoscopie was een pak zwaarder dan ik verwacht had. Eén van de eerste dingen die ik dacht toen ik wakker werd, was: 'man, wat hebben die nogal in mijn buik zitten wroeten, zeg.'
Ik herinner me goed dat ik wakker werd van gebliep en van een computergestuurde bloeddrukmeter rond mijn arm die ineens in gang schoot. Ik lag naast een venster waar ik niet door naar buiten kon kijken (al zag het licht er grauw uit ondanks de zomerdag) en zag even verder een verpleegster rechtspringen.
'Dag mevrouw. Alles goed? Heeft u pijn?'
'Hoe laat is het?' mompelde ik. Ik moest het twee keer herhalen.
'Eén uur twintig.' Ik was binnengegaan om 10u of zo. Ik moet zeker twee uur, twee uur en half, in slaap geweest zijn.
De verpleegster controleerde mijn baxter en de appartuur.
'Heeft u pijn,' vroeg ze nog eens. Ik knikte meer uit voorzorg. Ik was nog iets te verdoofd om veel te voelen, maar hey, laat maar komen die pijnstiller voor ik opeens begin te gillen.

Die ochtend was ik binnen gegaan om 7u30. Gelukkig was Allerliefste bij me, want ik was zo nerveus dat ik de verkeerde lift instapte en meteen verloren liep. Hij moest me bijna letterlijk bij de kraag vatten: 'deze kant op, schat.'
Eens we de juiste aanmeldbalie gevonden hadden, werden we al snel naar de kamer gebracht. En daar begon het wachten. Ik had een krukdroge mond en was duizelig. De avond ervoor had ik een stevig laxeermiddel moeten nemen en sindsdien had ik niets meer mogen drinken of eten, toch moest ik nog steeds af en toe naar de wc lopen. Lezen lukte me echt niet.
Om 9u vertrok Allerliefste naar zijn werk. Hij had geen verlof.
Een verpleegster kwam controleren of ik me goed voorbereid had. Of ik geen nagelnak meer op had enzo.
De secondewijzer tikte verder. En dan ineens was het zover. Ze stonden er, klaar om me te komen halen. Nerveus wipte ik weer uit bed. Ik moest absoluut nog even naar de wc.

Ze namen me mee door de gangen van het centrum. Wat was ik blij dat het operatiekwartier (OK) vlakbij was en ik niet met mijn bed door het hele ziekenhuis gerold moest worden. Wat was ik blij dat ik opgehaald was door De Olijke Tweeling. Een mannelijke en een vrouwelijke verpleegkundige die hun best deden om de stemming luchtig en vrolijk te houden. Ze vroegen me honderduit over van waar ik kwam en over ons nieuwe huisje. Maakten een grapje. Maakten nog een grapje.

Eerst kreeg ik nog een baxter in een soort tussenruimte voor het OK. Daar hing de serene sfeer van bang afwachten. De verpleegster, een jonge vrouw, zuchtte toen ze mijn handen zag. 'Wat een dunne aders heb je, zeg. Deze prik zal even venijnig zijn.' Juist ja; dat voelde ik.

En dan stond de Olijke Tweeling er weer om me naar het OK te brengen. Ze waren intussen gestopt met grapjes maken (misschien was het een andere, minder olijke tweeling). In het OK moest ik zelf op het operatiebed kruipen. Een akelig ding met steunen voor mijn benen, zoals bij de gynaecoloog. Het was er ijskoud. Ik lag in een mum van tijd te klappertanden. Ik voelde me een instant ijslolly, maar dan een met gespreide benen.
'Ja, koud hier, he. Ik leg nog even een extra dekentje over u.' Ik wou haar bedanken, maar kreeg een zuurstofmasker op de mond gedrukt. Het beklemde me. Ik had net het gevoel er geen adem door te krijgen en wou mijn hoofd wegdraaien.
'Wees gerust, mevrouw. Alles komt goed. We zullen goed voor u zorgen.'

vrijdag 22 oktober 2010

Brandende kwesties

“En hoe zit het met jullie plannen? Nog niet aan kindjes gedacht?”
Djeez... kinderen. Nog totáál niet aan gedacht! Ja, wanneer zouden we er eens aan beginnen? Voor of na onze volgende reis?

“Wanneer beginnen jullie er eens aan? Jullie zijn toch al lang samen?”
We overwegen graag onze opties alvorens een weldoordacht besluit te nemen in vergelijking met sommige anderen die maar doen zonder nadenken en dan scheiden twee maanden na de geboorte van hun snotaap.

“Waar wachten jullie nog op? Jullie hebben nu toch plaats genoeg?”
Bof... We hebben inderdaad een ruime slaapkamer en dan een kleine kamer voor mij en een kleine kamer voor Allerliefste voor de dagen dat we ruzie hebben. Dan kunnen we apart slapen. Niet waar, schat? (poeslieve glimlach naar elkaar en naar de vraagsteller)

“Een kind hebben is echt waar de max! Jullie moeten er ook eens aanbeginnen. 't Is geweldig!” (Een nieuwe papa aan het woord wiens vriendin bij de eerste poging zwanger werd toen wij al gestopt waren met de pil)
Mja, so they say... Oefenen is anders ook 'not that bad' en daar hebben wíj lekker veel tijd voor.

“Ben je zwanger?” (nadat ik op een avondje uit enkel spuitwater binnen krijg. Ik heb goed drie weken ervoor de kijkoperatie gehad voor mijn endometriose, heb nog geen zin in alcohol en zit de hele avond op een stoel.)
Zwanger? Haha... Ikke? Haha, hoe kom je erbij? Ik ben ziek geweest ja, en moet nog medicijnen slikken.

“Ik had dat ook toen ik zwanger was.” (Sinds een tijdje lust ik geen koffie meer. Mogelijk een bijwerking van de hormonen waarmee mijn cyclus werd stilgelegd.)
Wees gerust, ik ben écht niet zwanger. Ik heb gewoon een buikgriep gehad en verdraag sindsdien geen koffie meer. (Maar een halve leugen...) (Nog één iemand die die opmerking maakt, en ik plak die achter 't behang!)

“Wil je hem eens voelen stampen?” (Trotse zwangere vrouw met immense bolle buik)
Nee. Wil je eens een stamp van mij voelen? Je kan er één onder je kont krijgen.
Word ik agressief van IVF of de hormoonbehandelingen? Maar nee toch! Enkel van de stompzinnige opmerkingen van anderen.

Gelukkig zijn er ook mensen die leuk reageren of de juiste vragen op de juiste momenten kunnen stellen. Gelukkig zijn deze mensen toch nog steeds in de meerderheid.

donderdag 21 oktober 2010

Leven in de brouwerij

Ik ben aan het nadenken wanneer ik voor het eerst zoiets had van: ja, kinderen in huis, dat moet wel leuk zijn. Wat leven in de brouwerij.
De ochtend dat je opstaat en tot het besef komt dat als je het best wel zou leuk vinden dat er eens een paar deugnieten je ontbijt op bed komen morsen, dat je dan toch wel in actie zal moeten schieten.

Ik denk dat dat ongeveer in 2005 à 2006 was, al kan ik me natuurlijk vergissen. Het was toen alleszins nog niet zo overweldigend als het geworden is sinds ik met de pil gestopt ben. Allerliefste hier was er ook compleet nog niet klaar voor. Wou er niet van horen en ging zelfs lopen toen het onderwerp ter sprake kwam. Jeej...

Een kinderwens is zoiets totaal irrationeels. Waarom zou ik me in godsnaam alle zorgen op de hals willen halen die erbij komen kijken? De vermoeidheid van het niet kunnen doorslapen. De kosten van school, uitstapjes en honderd-en-één hobby's. De verlichaming van 'peuterpuberteit' naast het snoeprek in de supermarkt. Gehuil in de auto op weg naar de familie. Gehuil in de auto weer op weg naar huis. Om nog maar te zwijgen van de stress van het vinden van plaats in een crèche of in een goede school in de buurt.

Ik weet niet waarom ik zo graag kinderen wil. Ik denk dat het in sé een heel egoïstische wens is ook. Ik wil gewoon leven in huis. Er zijn avonden na het eten, rond acht uur, dat ik denk: nu zou ik wel een verhaaltje willen voorlezen bij het induffelen van de kinderen in bed. En dan heb ik niets anders te doen dan op te staan en de afwas te gaan doen. Tv te kijken. Wat op te ruimen.

woensdag 20 oktober 2010

Duik in een stroomversnelling

Alles ging snel. Na het eerste gesprek begin juli gingen we buiten met een afspraak voor een laparoscopie. De dokter had mijn verhaal op mijn woord geloofd. Er was zelfs geen echo uitgevoerd. Ik was meteen nerveus: wat als die vermeende cyste verdwenen was? Ik kreeg van slag visioenen van een kwade dokter die me bij het ontwaken staat op te wachten: 'Vindt u het leuk om zomaar geopereerd te worden voor niks?' Wat als er niks was?

Wat als er wél iets was?

Ik weet niet welke mijn grootste zorg was op dat moment. En intussen moest ik weer aan de pil. Het was echt balen. Eind 2008 ben ik ermee gestopt, vast van plan om nooit meer aan de pil te gaan. 'Pilmoeheid' noemen ze het. Ik was het gewoon beu om dagelijks die pil te slikken. Ik was op een punt gekomen dat ookal was het geen goed moment om zwanger te raken, ik ook geen nee zou zeggen tegen gezinsuitbreiding. Integendeel, ik wou al een hele tijd er eens aan beginnen. Ik was het gewoon beu om me altijd blind te staren op alle mogelijke redenen waarom het nog geen goed moment was om echt eens werk van te maken: te klein appartement, geen vaste job, een stomme job, een periode van werkloosheid tussen twee jobs, een vriend die nog niet aan kinderen toe was,...

Ik stopte en lichtte Allerliefste in. Die haalde zijn schouders op: 'je doet maar.' Dat was ook heel romantisch. Ik had nooit geweten dat het plannen van kinderen zo kon lopen. Door de maanden draaide hij wel wat bij. Liever wel kinderen, dan er geen kunnen krijgen.

Hij is trouwens nog steeds niet de eerste die staat te ijsberen elke keer we wachten op resultaten. Hij blijft zijn stoïcijnse zelve. Beetje koel. Ongenaakbaar. Ik ben er blij om. Zo kan ik thuiskomen, mij op de orde van de dag richten (het eten, de afwas, de kuis,...) met beide voeten op weer stevig op de grond zonder schuldgevoelens. Stel dat híj de grootste kinderwens had van ons twee, terwijl ik degene ben die ze hem niet kan bieden... Allerliefste zit intussen rustig onze volgende reis te plannen. Ik zal de IVF procedures moeten plannen in functie van onze volgende Verre Reis. En eigenlijk heeft hij gelijk. Het is niet goed om IVF je leven te laten dicteren.

Maar dus, ik moest weer aan de pil. Eerlijk, het was het laatste waar ik rekening mee gehouden had. Naar een Fertiliteitscentrum stappen en naar huis keren met het strenge advies metéén weer aan de pil te gaan ('t is te zeggen, van zodra mijn volgende regels zouden beginnen). De laparoscopie stond gepland voor over vier weken, begin augustus. Eigenlijk maar net genoeg tijd om me ermee te verzoenen. IVF doemde voor het eerst serieus op aan de horizon.

De dames aan de onthaalbalie van het centrum waren geweldig. Ik kreeg uiteraard meteen drie afspraken mee: de eerste bij de anesthesist, de tweede voor de operatie en de derde voor de bespreking van de resultaten. De eerste vraag die ze me stelden, toen ik mijn agenda erbij nam, was: 'heb je toevallig wat verlof staan?' 'Euhm, toevallig wel ja.' Alle afspraken werden in mijn zomerse snipperdagen gepland. Verlofdagen waarin ik eigenlijk andere plannen had gehad, maar die opeens niet meer zo belangrijk leken. De werken in ons nieuw huisje moesten maar wat wachten. Die ongeschilderde muren liepen niet weg.

Echt rust heb ik niet gehad die vier weken. Ik heb de hele tijd mezelf zitten afvragen of ik nu wel of niet mijn werkgever moest inlichten. Ik wist niet hoe lang ik afwezig zou zijn na de laparoscopie. Ik schatte maar een paar dagen, bovendien had ik die paar snipperdagen en het weekend. Ik kon dus wel een verkoudheidje veinzen als ik toch niet op tijd weer op de been was. Ik besloot voor alle veiligheid te zwijgen. Op het forum had ik gelezen over andere vrouwen die hun job verloren waren toen hun werkgever van hun plannen hoorde.

dinsdag 19 oktober 2010

Het romantische leven in de wachtzaal

Hoe romantisch is het toch allemaal. De steriele ruimtes. De wachthal alsof we in een kleinere luchthaven zitten, inclusief enkele grote schermen waarop info voorbij flitst over het verloop van de behandelingen, oproepen voor spermadonors, inlichtingen en telefoonnummers.
 
Ik zie het scherm voor het eerst als ik al de eerste grote hindernis genomen heb: na mijn laparoscopie (een kijkoperatie om de buitenkant van mijn baarmoeder en eierstokken te controleren). Volgens hun informatieschermpjes over het verloop van de behandelingen staan we al aan fase 4 voor ik er erg in heb dat ons dossier allicht al werd besproken op een adviesraad en werd goedgekeurd door een multidisciplinair team (fase 2) ((fase 1: intake, fase 2: goedkeuring dossier, fase 3: onderzoeken en/of operatie(s), fase 4: resultaten en strategiebepaling)).
 
'Tiens', zit ik me af te vragen, terwijl we in de wachtzaal zitten te wachten op ons tweede gesprek en de uitslag van de laparoscopie, 'hoe komt het dat ik dit nu pas zie?' Allerliefste port me in de zij: 'is dat een man of een vrouw?' Hij knikt subtiel in de richting van een koppel schuin voor ons. Een vrouw in een witte jas biedt ons het antwoord. Ze komt in de deuropening staan en vraagt naar 'Mevrouw... en mevrouw...' Het koppel staat op en volgt haar de gang in. 'Oh my god,' fluisteren we naar elkaar, 'dat was een vrouw!' Ik vond ze eerder een knappe man. Leek wel een sympathiek jong koppel. We giechelen een beetje.
 
We proberen te verbergen dat we een beetje nerveus iedereen aan het aanstaren zijn. Er zitten nog een paar lesbische koppels en ook een paar andere koppels, twee jonge koppels die niet ouder lijken dan wij en een vrouw alleen. Ik probeer stiekem te raden naar de reden waarom ze hier zitten. Tot nu had ik er nooit bij stilgestaan dat hier niet alleen vruchtbaarheidsproblemen worden aangepakt, maar ook donorafhankelijkheid om wat ze 'sociale redenen' noemen.
 
Allerliefste probeert zich weer te concentreren op een tijdschrift vol roddels. Ik vind het een beetje jammer dat er niet wat meer solidariteit in de lucht hangt. Geen gezellige gesprekjes om lotgenoten te leren kennen. Iedereen is vooral met zichzelf bezig hier. Of te verlegen om te praten. Misschien kom ik sommige van deze vrouwen wel eens tegen op een internetforum zonder het te weten dat we elkaar al in levende lijve gezien hebben. De omgeving is ook niet echt uitnodigend. Intussen worden de informatieschermen afgewisseld met een live uitzending van een voetbalmatch. Allerliefste zit meteen op het puntje van zijn stoel.
 
De eerste keer dat we op gesprek zijn gekomen was de wachtzaal leeg en stonden de schermen niet aan. Door de vakantie die eraan kwam en het grote aantal vragen had de dokter twee extra consultatiemiddagen toegestaan voor een beperkt aantal mensen. Wij waren bij de gelukkigen. We hadden toen niet eens de tijd om de vragenlijsten die ze ons onder de neus schoven volledig in te vullen. De dokter stond ons al op te wachten.
 
Het was vreemd, de lege wachtzaal. Het leek zelfs een beetje alsof ze al gesloten waren voor de zomer maar om één of andere mysterieuze reden ons toch nog toegelaten hadden. Was mijn verhaal zo alarmerend geweest? Was er gewoon niemand anders die zo vlak voor de vakantie naar een Fertiliteitscentrum stapte?
Het deed alleszins heel onwerkelijk aan. Ik heb de wachtzaal niet meer zo verlaten gezien als toen.

maandag 18 oktober 2010

de entree van een onverwachte puber

De kans op een geslaagde IVF poging ligt op ongeveer 1 op 5, voor vrouwen tot dertig jaar (geslaagd in de zin van: met baby in de armen op het einde van de rit). Ik weet niet hoe het zit met het slaagkanspercentage bij natuurlijke conceptie, maar eigenlijk kan je beide niet vergelijken. Het is als appelen en peren, zeker?
Ik hou het liever op 50%: of het lukt, of het lukt niet. Of ik val in de ene kolom van de statistieken, of ik val in de andere. Statistieken gaan maar op zolang je het over groepen hebt. Ze geven een groep weer, niet het individu en net met dat individu kan het alle kanten opgaan.

IVF. Het klinkt maar klinisch en levenloos. Proefbuisjes en labo-gedoe. Sperma in schaaltjes en eicellen in potjes. En mannen in witte jassen die beide samenvoegen om perfecte embryootjes te creëren.
Een jaar geleden wist ik niks van IVF. Een jaar geleden telde ik nog de dagen van mijn cyclus en droomde ik van snel een baby in mijn buik te zullen voelen. Vandaag heb ik geen cyclus meer. Die werd stilgelegd. En ik verwacht ook niet meer om snel een baby in mijn buik te zullen voelen. Een jaar geleden hoopte ik nog voor mijn dertigste moeder te zullen worden, ofwel om mijn dertigste verjaardag zwanger te vieren. Nu hoop ik toch op mijn éénendertigste verjaardag zwanger te mogen zijn en kinderen te krijgen voor mijn vijfendertigste. Ik noteer hier voor later: als ik op mijn vijfendertigste nog geen geslaagde IVF-poging heb gehad, dan stop ik ermee. Vijf jaar moet lang genoeg zijn om te proberen en te proberen. IVF betekent namelijk: 'zet al je andere plannen maar on hold want tijd of zin heb je er toch niet meer voor.' IVF komt je leven binnen als een plots teruggevonden puberzoon: totaal onredelijk gooit het alles overhoop en eist bovendien nog eens egocentrisch alle aandacht op. Voor je het weet sta je te ruziën met je partner over het wel of niet op kot sturen van die IVF-puber. Over grenzen stellen voor alle absurde eisen. Over hoever je erin kan meegaan. Over waarom je die puberzoon ook al weer persé in huis moest nemen?

IVF heeft een eigen kalender in ons huis. Een Schema. Zo noemen ze het. Een Schema met tabellen waarin staat wanneer ik welke prikken moet zetten bij mezelf gedurende een aantal weken. Wanneer ongeveer de 'pick-up' zal plaatsvinden (het wegnemen van de gerijpte eicellen), wanneer mijn vriend zijn bijdrage moet gaan afgeven en wanneer de 'transfer' vermoedelijk zal zijn (het terugplaatsen van een embryo) ('Reken maar op een paar dagen ziekteverlof na de pick-up...'). Ik wou het aan mijn prikbord hangen naast onze andere kalender, kwestie van het overzicht te kunnen behouden met al die planningen en data en afspraken. Maar dat mag niet. IVF hang je niet in de living omhoog. Of in keuken. Of in de wc. IVF hang je niet voor de ogen van eventueel bezoek. Die luide en voor geen reden vatbare puberzoon vliegt naar zijn eigen kamer; ver weg van de ogen van mensen die het allemaal beter weten en je wel eens zullen vertellen hoe je met hem moet omgaan.
Voor de buitenwereld is IVF een uitstapje naar de babydokter. Een prikje met een wonderhormoon en je bent zwanger. Was het maar zo...