woensdag 28 december 2011

Ja, ze was heel blij

Heel blij dat het een jongen is. Mijn nicht X is zwanger (zie ook: AAAARGH en AAAARGH - Het Facebookvervolg ). Ze is voorbij de 30 weken nu. En ook heel blij met een mooi, bescheiden rond, bijna schattig buikje. Al moest ze toegeven toch wel al in een paniek geschoten te zijn, want ze had al een striempje gevonden. Een plekje dat na een grondige inspectie door m'n tante geen blauw plekje bleek te zijn. Ze was meteen naar de winkel gehold om een tweede potje olie te gaan halen, want het eerste was al op.
En ze maakte zich wel degelijk zorgen. Zorgen om haar tattoe die uitgerokken was. En om haar trouwjurk die al gekocht was, vóór ze per ongeluk zwanger was geraakt. Vooral als hoofdzorg: zou ze wel op tijd weer op gewicht geraken om erin te kunnen trouwen, minder dan twee maanden na haar uitgerekende bevallingsdatum?

Zie, dit zijn zorgen waar ik me op een familiefeestje eens vrolijk om kan maken. Hoe meer striemen en kilo's, hoe vrolijker ik word. Dat zijn de nawerkingen van de voorbije jaren. Vorig jaar zat ze nog tegen me te vertellen dat 'ze wel eens kinderen wou, maar zeker nog niet meteen.' En dat ze nooooooooit zoals wij voor IVF zou kunnen gaan. Als ze geen kinderen zou kunnen krijgen, dan zou het zo zijn.

Hetgene wat me er uiteindelijk toe bracht haar de goorste details van mijn bevalling met zeer veel leedvermaak uit de doeken te doen, was deze biecht-met-zeer-veel-begrip-en-zorg-voor-de-papa-in-spe: 'ja, het is een jongen. Al was A daar wel enkele dagen niet goed van, zeh. Die heeft gehuild. Echt waar! Hij is echt even moeten bekomen ervan...'
Waarop ik (naar adem happend): 'Euh, wat? Omdat hij liever een meisje had gehad?' (Ik dacht even dat ik iets gemist had van slecht nieuws of zo.)
Waarop nicht X: 'Mja. 't Zijn al allemaal jongens in zijn familie...'

En daarna had ze nog het lef om ons tot tweemaal toe te vragen wat wij nu eigenlijk gewild hadden. 'Maar serieus: iederéén heeft toch een voorkeur? Wat was die van jullie?'
Gekrenkt beet ik haar toe dat we Echt Geen Voorkeur hadden na meer dan twee jaar proberen. Dat we al Heel Blij waren dat we kinderen hebben nu.

Allerliefste nam het hier even van me over met een blik van 'is het nu nodig om de leuke sfeer te verpesten', waarna nicht X de gelegenheid meteen met beide handen greep om hem te vragen of hij niet aan de papa-in-spe kon vertellen hoe geweldig jongens wel niet zijn. Daar had Allerliefste dan even niet van terug dus sprong ik weer ertussen door te vragen naar haar bevalling.

Wat een geweldig idee was dat. Een echt verneukelmoment volgde, want met veel serieux vertelde ze dat ze toch echt wel zonder epidurale wou proberen. Kijk, zo'n uitspraken maken m'n dag weer helemaal.

vrijdag 23 december 2011

Een ochtendje voor Kerstmis

Kerstmis. Ik heb voer genoeg om hier honderden stukjes over te schrijven. Over schoonfamilies en feestjes bijv. Of over kerstmarkten en tweelingkinderwagens. Of over cadeautjes en kerstbomen. Of over kalkoenen, ovens en vrienden.

Maar ik heb er effe geen zin in. Ik zit hier even in stilte na te denken. Aan m'n kerst van vorig jaar. Aan m'n lotgenootjes die er nog niet zijn. Die nog een weg af te leggen hebben. En aan de lotgenootjes die voor het eerst wel een kerst-met-kindje vieren, of zwanger (gisteren nog vernomen van Louise. Zo blij voor je!).

Zit wat met gemengde gevoelens hier en daarom:
een dikke knuffel aan iedereen die het kan gebruiken, een hart onder de riem voor zij die het nodig hebben en veel liefs gratis erbij voor alleman.

donderdag 22 december 2011

Muiterij in het park en de 7 weetjes

Ze hebben duidelijk geen zin in slapen vandaag. Terwijl ik ijverig probeer nog wat last minute kerstcadeautjes te bestellen online (gaan winkelen is wat te omslachtig tegenwoordig) en zit te wachten op de verpleegster van Kind en Gezin, wordt er naast me in het park (of de 'box' zoals ze soms ook zeggen) al even ijverig met de armen en benen gezwaaid. Dekentjes en tutten vliegen alle kanten op en zelfs de poezen blijven op een veilige afstand vandaag. Het is pure muiterij. Zolang zij niet slapen, lukt het mij ook niet om me te concentreren op die kerstcadeautjes...

Dus heb ik maar van de nood een deugd gemaakt en heb vliegtuigje gespeeld met R, en een piepend speeltje over S laten huppelen en de kussentjes nog eens goed gelegd en als ze straks nog blijven protesteren, dan steek ik ze nog eens in de baby-limousine (zoals een toevallige voorbijganger onze XL kinderwagen doopte) en ga ik nog wat kijkfiles veroorzaken op de kerstmarkt, hahaha! Misschien vind ik daar nog wel wat cadeautjes trouwens.

Maar eerst, de opdracht die ik van Lie en Babsie kreeg: 7 leuke weetjes over mezelf:

Wist je dat...
1) dat Allerliefste en ik een koppel zijn geworden, misschien toch een beetje een wonder kan genoemd worden. Het eerste wat ik dacht toen ik hem zag (in een kleffe discotheek (of all places...), op Saint-Patrick's Day (of all days...)) was: “wat een rare is dat”. Die avond hebben we geen woord gewisseld. Zijn kameraad vond ik toen een leukere gesprekspartner (zonder meer, voor alle duidelijkheid). Pas toen uitkwam dat we alletwee jarig zijn op de 24ste en alletwee half Hollands zijn, riep ik lachend uit: “Man, wij hebben kéivéél gemeen!” (ik weet niet meer hoeveel ik op had toen) en vond ik hem plots veel interessanter. Intussen zijn we meer dan 8 jaar samen.

2) ik als tiener veel te veel tijd heb gespendeerd met mijn familie op een veel te klein bootje. Mijn grootvader (de Hollander) zat in de marine en heeft de wereld rondgevaren. Nadien greep hij elke gelegenheid om te varen en had later ook een eigen zeilbootje. Na zijn dood hebben mijn ouders dat bootje (eentje van 7m, met een kajuitje ter grootte van een luciferdoosje) overgenomen. De paar jaren daarna zaten we bijna elk weekend, en steevast elke vakantie met 3 tieners en 2 ouders opeen gepakt op (in) dat schuitje. Ik was dol op aan het roer zitten, al minder dol op zeilen, en doodsbang voor de minste golfslag. De laatste vakantie dat ik ben meegegaan, was ik 16 en zijn we door een storm gevaren. Toen had ik gehad.
Nu mis ik varen en het leven rond het water enorm en ben ik dolblij met het vieze kanaal dat hier even verderop voorbij loopt. Elke aak die passeert moet ik gezien hebben (helaas: mooie schepen komen hier niet voorbij).

3) ik geen gaatjes in m'n oren heb. Op m'n twaalfde mocht ik eindelijk gaatjes in m'n oren laten schieten, maar ik wou toen liever iets anders hebben en was ook wel een beetje bang voor dat pistool en de pijn ervan (m'n zus had een allergie gedaan op haar gaatjes en had toch enkele weken met etterende oren gezeten). Sindsdien heb ik nooit de moed gehad om er te laten schieten. En nu nog ben ik er bang voor, zelfs na een tweelingbevalling, na honderden bloedprikken, infusen, en zelfgeplaatste spuitjes. Allerliefste begrijpt er niks van... En ik ook niet...

4) ik als kind een jaar in Nederland heb gewoond. Mijn vader had toen werk gevonden in Nederland. Hij werkte toen in een atelier dat boten bouwde. Dat was... 'wel cool'. (extra weetje: hij heeft toen een kano gemaakt voor ons. Ik was er toen echter van overtuigd dat alle papa's dat deden en was dus slechts matig onder de indruk.) (bijkomend extra weetje: jammer dat ik later watervrees kreeg, en er na een tijdje niet meer in durfde...) Maar over dat jaar in Nederland: dat was net het jaar dat ik naar het eerste leerjaar ging. Halverwege dat schooljaar verhuisden we weer terug naar België. Alleen verhuisde m'n accent niet zo snel mee: ik bleef nog een tijdje plat Hollands praten en daardoor wou geen enkel klasgenootje van me geloven dat ik wel degelijk van Brussel kwam. (Tot op vandaag wilt nog steeds niemand geloven dat ik een geboren en getogen Brusselse ben. Ik spreek veel te netjes... Ookal is dat helaas niet m'n bedoeling eigenlijk... Gelukkig spreek ik al niet meer met een Hollands accent.)

5) ik nog steeds niet weet wat ik later worden wil. Ik ben dan maar een gewone bediende in een klein kantoor waar ik achter mensen aanga die hun betalingen niet op tijd doen (heb ik dit gemeen met Babsie?). In stilte vraag ik me wel al 10 jaar af of in het onderwijs stappen niet toch iets voor mij zou zijn. Ik ben de opleiding (voor het pedagogisch bekwaamheidsbewijs) al drie keer begonnen, maar haak elke keer af bij de eerste oefening die we voor de klas moeten brengen. Dan sta ik daar vooraan met knikkende knieën en een plotse stottervlaag, heeft m'n moed de zaal gegarandeerd verlaten en zie ik m'n voornemens er achterna gaan. Tot zover heb ik dus amper iets gedaan met m'n diploma's.

6) ik een eeuwige twijfelaar ben. Daardoor heb ik ook twee studies gedaan: ik kon niet kiezen. Ik heb zowel fotografie gestudeerd als literatuur en talen. (extra weetje: ik ben rotslecht in talen. Toch in andere talen dan het Nederlands. Dat ik tegenwoordig in zekere mate drietalig ben, heb ik enkel te danken aan drie maanden Engeland als student en anderhalf jaar als bediende in een ééntalige Franse omgeving). Tegenwoordig is m'n frank gevallen dat ik mogelijk een vorm van dyslectie heb (ik had verschillende pogingen nodig om dit woord correct te schrijven...)).

7) ik in momenten van verveling in woordenboeken en encyclopediën kan zitten bladeren en droom van een zeer uitgebreid etymologisch woordenboek. Verder staan m'n boekenkasten vol met boeken over de meest uiteenlopende dingen. Rampen zijn daarbij het meest vertegenwoordigd (een boek over de zwarte dood, over de griepepidemie van 1918 of over de uitbarsting van de Krakatau bijv), maar ik heb ook boeken over wetenschap (sommige begrijp ik al beter dan andere, maar ik vind het allemaal even wonderlijk), kunst (en vooral de technische achtergronden: 'hoe deden die grote meesters dat eigenlijk??' of 'hoe kregen ze vroeger eigenlijk theaters verlicht met kaarsen??') en geschiedenis (specifieke onderwerpen daarin, bv de heksenvervolgingen, of de geschiedenis van het Nederlands).
Dit zijn trouwens fascinaties die ik deel met Allerliefste al verschillen de onderwerpen (nog meer geschiedenis bij hem (vooral over de oorlogen en grote veldslagen) en sport natuurlijk) en het aantal woordenboeken hier swingt de pan uit. Misschien wordt het eens tijd dat we een quizgroepje starten. (Met dank aan Lie voor het ideetje).

8) ik over een kwartier nog XXX leuke weetjes heb bedacht over mezelf en mezelf zal vervloeken dat ik die niet heb geschreven. (Je bent een eeuwige twijfelaar of niet, he.) Dat ons bed maar 1m40 breed is bijvoorbeeld. Da's zo lekker gezellig want we slapen tegen elkaar aan gekleefd. Dat lukt eindelijk terug (met m'n buik ging dat even niet meer) behalve als de tweeling tussen ons in ligt. Dat gebeurt ook soms. Hoe het lukt, is me steeds een raadsel, al moet ik zeggen dat ik al eens een kouwe kont heb gekregen toen die net over de rand bleek te hangen...)

Nu is het de bedoeling dat ik deze opdracht doorgeef aan anderen. Eerlijk gezegd weet ik niet goed aan wie (ik heb de indruk dat dit nogal rondgaat en weet niet goed aan wie het nog niet werd doorgegeven) en ik heb er eveneens een hekel aan om een aantal mensen te moeten kiezen en daarbij anderen misschien te vergeten.
Daarom: wie zin heeft, en de opdracht nog niet kreeg: doe gerust en laat ons iets weten!

dinsdag 20 december 2011

Daddy Very Cool

Een zottekeskot. Dat is het hier geweest de voorbije dagen. Het ene bezoek, afspraak of uitstapje na het andere. Elke keer die race tegen de klok om de tweeling op tijd klaar te krijgen, gevoed, gewassen en gekleed. En als je denkt dat je na een tijdje de routine ervan wel te pakken krijgt, dan krijg je gegarandeerd een doktersafspraak net op het uur van een voeding en sta je al uren van tevoren te twijfelen wat te doen: de tweeling forceren en vroeger een fles of borst in de mond proppen, of oordopjes meenemen en hopen dat ze je daar geen extra uur laten wachten. Maar al bij al lukt dat wel behoorlijk.

Het enige dat we nog moeten leren is om niet 'nog even' bij de bakker/slager/supermarkt/post binnen te willen springen onderweg. Na een bezoekje aan tante G, waarbij ons autootje al overladen was met twee maxi-cosy's plus inhoud, een ineengevouwen kinderwagen, twee regenkappen, een XXL verzorgingstas en twee volwassenen met de knieën in de nek (wij, voorin), keken we elkaar aan: moe en geen zin om te koken, dus waarom springen we onderweg niet even de supermarkt binnen? We hebben toch nog wat spulletjes nodig (pampers en diepvriespizza's) en we hebben nog tijd voor de volgende voeding en ze liggen zo lekker te slapen achterin. Juist, ja. Waarom niet? En zo parkeerden we op de parking en stapte Allerliefste gezwind de auto uit. 'Even het hoognodige halen'. 'Zo terug'. Fijn, ja.

Tien minuten later worden ze al een eerste keer wakker. Brullen. Om de deur van de auto niet open te moeten doen en de koude niet binnen te laten, draai ik me in bochten die ik nooit eerder voor mogelijk had gehouden (ook niet die keer toen ik als tiener vast kwam te zitten in een speleobox) om op de tast een tut op te vissen uit één van de maxi-cosy's en in de bijhorende mond te steken.
Het wordt weer stil.

Nog eens vijf minuten later. Protest van op de achterbank. Ik draai de radio wat luider en zing uit volle borst mee. Nee, ik ga de protesteerders niet te woord te staan. Negeren is de nieuwe tactiek, stijl: Occupy Wall Street en de reactie van Wall Street: nihil.
Het protest ebt weg.

Nog eens tien minuten later (waar blijft Allerliefste toch? Het is nu echt wel stilaan tijd voor hun voeding...). Hernieuwd gebrul. Grrrr... Ik zet de motor weer aan, de chauffage op de hoogste stand en m'n ecologisch hartje uit.
Stilte doet opnieuw z'n intrede (opluchting vooraan in de auto).

Weer verstrijken vijf minuten. Enkele kuchjes van op de achterbank laten me weten dat ze nog steeds niet akkoord gaan. Ik rij twee meter achteruit zodat ik een blik kan werpen op de uitgang. Nog steeds geen Allerliefste te bespeuren. Ik rij terug twee meter vooruit m'n parkeerplaatsje in. Dit stukje herhaal ik drie keer in nog eens vijf minuten. En dan zet ik de motor maar weer uit.

In het volgende kwartier knaag ik afwisselend op m'n stuur, m'n lippen en m'n nagels, kwaad op Allerliefste dat hij uitgerekend vandaag zijn gsm moest vergeten thuis. Het ene moment brul ik eens hard mee met de radio, het andere gaat de tweeling in de tegenaanval op geheel anarchistische wijze. En tussendoor doe ik hen maar de complete planning voor de komende tien weken uit de doeken in de hoop dat verveling slaapverwekkend werkt. Tot uiteindelijk Allerliefste in m'n zichtsveld opduikt. Met een volgeladen kar.

Alleen het hoofdnoodzakelijke? En dat met een koffer die al aardig vol zit? Slik slik slik. Dit is niet het moment om uit te vliegen. In de plaats kies ik ervoor hem lekker te laten sukkelen met de pogingen alle 'hoofdnoodzakelijke' boodschappen in de koffer te persen. 'Haast je, ze hebben honger,' is het enige wat ik niet kan inhouden.

'Jaja,' is het antwoord, en met ontspannen tred gaat hij het karretje wegbrengen. Ik manoeuvreer de auto uit de parkeerplaats om te kunnen in oogschouw nemen hoe Allerliefste gemoedelijk naar de rij winkelkarretjes wandelt, zijn karretje erachter in duwt en vast komt te zitten. Daarna veel getrek en geduw en telkens weer dat zelfde probleem: het karretje wilt er niet ver genoeg in.

M'n stuur moet er nu helemaal aan geloven. Dit is niet voor mogelijk te houden. Allerliefste wordt aangesproken door een voorbijganger. Jaja, gaat niet. Haha. Met twee staan ze nu over de karretjes gebogen. Een tweede en derde voorbijganger stoppen. Vier paar handen gaan omhoog richting haar. Ik begin aan de stompjes van m'n nagels en bezweer de tweeling dat als zij me dit ooit nog eens lappen, dat er wat zal zwaaien dan. Een vierde voorbijganger doet nu teken naar Allerliefste. Ze wisselen kleingeld. Wat een geweldig idee: neem het karretje over, ja. Ai, nee. Het klopt niet. De vierde voorbijganger tast nog eens in z'n zak en steekt Allerliefste nog wat meer kleingeld toe. Ja, nu klopt het wel. Allerliefste en voorbijgangers een, twee en drie lachen allemaal. En dan keert hij zich ein-de-lijk naar ons om met een brede glimlach in te stappen, recht in de tornado van m'n humeur.

Kleine voetnoot: ik heb sinds enkele dagen voor het eerst sinds m'n zwangerschap (en bij uitbreiding sinds m'n behandelingen) m'n regels...

Epiloog: ik kies de snelste weg naar huis... recht de file in. Over een afstand van anderhalve kilometer doen we nog eens bijna veertig minuten... Gnagnagnargh... Tegen de tijd dat ik de tweeling eindelijk het huis binnendraag, zijn ze helemaal op, krijgen ze amper een slok binnen en staan Allerliefste en ik op het punt van scheiden.

Epiloog bis: de dag erna is het voorval weer vergeten. Scheiden? Wij? Mah nee...

maandag 12 december 2011

Sidderaaltjes en de verrassingen van kraamzorg

Ik moet bekennen: ik krijg hulp. Dat m'n afwas hier op tijd en stond gedaan wordt, is niet enkel te danken aan de afwasmachine en m'n vier handen, maar ook aan kraamzorg die hier twee halve dagen per week langskomt om 'wat te helpen met de dingen'. 'De dingen' dat houdt alles in voor de kindjes: helpen met de pampers, de flesjes en de boertjes, de bedjes opmaken, ze een badje geven, de was en de strijk. En bij uitbreiding mag ik ze ook vragen om eens een dweil over de vloer te gooien, de afwas te doen of zelfs de ramen te lappen (moest daar ooit tijd voor zijn. Hahaha...). En zo ligt m'n keuken er properder bij dan ooit tevoren en zijn m'n wasmanden nog nooit zo leeg geweest (en m'n kasten zo vol...). Vandaag was niet anders... (Edoch...)

Amandelolie. Daar mocht ze een druppeltje van in het badwater doen. Ze knikte ijverig en toog enthousiast aan het werk. 'Ze' was de vervanging van onze vaste hulp die vandaag helaas niet kon komen. 'Ze' moest maar even gewezen worden waar alles stond en dan verdween ze in het kamertje van de kinderen. Ik ben niet iemand die zich amuseert met het op de vingers kijken van elke persoon die hier komt helpen (ik heb wel wat beters te doen (m'n koffie werd koud)), dus ging ik snel de handdoekjes en propere kleertjes halen en liet ze alleen.

Het was erg stil en daar zat ik lekker van te genieten tot ze de living weer binnen kwam om R in te ruilen voor S. Ik kreeg de frisgewassen R in de armen geduwd. Hij had de juiste kleertjes aan. Dat was al een goeie zaak. Hij was zo glad als een aal. Dat was ook prima want hij heeft een kurkdroog velletje dat echt wel een beetje olie kon gebruiken. En zijn haar lag in een vettige adolf-zijscheiding over zijn bolletje gewreven. Aaaargh... (voor het kapsel) Aaaaaaaaargh again... (voor het vettige ervan).

Vergeten erbij te zeggen dat wanneer er olie in het badwater zit, zijn hoofdje niet onder mag. En vergeten te zeggen dat het echt echt echt voldoende was om maar één druppeltje amandelolie in het water te doen (niet het halve flesje dat op het water dreef...). Van de shock om z'n nieuwe kapsel lag R in m'n armen al even hard te huiveren als ik. En intussen kreeg S dezelfde behandeling. Aaaaaargh-zucht... Het duurde dan ook eindeloos voor ze haar vier uren had gepresteerd, de deur weer uit was en ik m'n potje babyshampoo erbij kon halen. (Dat potje dat ik de eerste weken zeker nog niet had willen gebruiken, maar nood breekt wet, zo gaat het). Maar één ding moet je haar nageven: R zijn droge velletje is eens deftig gesmeerd.

maandag 5 december 2011

Multitasken en het prutskes-gevoel

Morgen zijn R en S vier weken oud en stilaan begint het door te dringen hoe m'n leven veranderd is. Ik heb een nieuwe houvast die niet van m'n zijde mag wijken: m'n overzichtje van de voedingen en pampers. Het is m'n spiekbriefje. Elke keer eentje begint te wenen, moet ik even snel kijken of die niet gewoon honger heeft. Hoe lang geleden was die laatste voeding ook al weer? En hoeveel had hij toen?
En soms vergeet ik ook de pampers na te kijken. Dan zie ik op m'n lijstje dat het – oeps – nu toch wel al erg lang geleden is. (Op de geur kan ik niet echt afgaan. We zijn gezegend met een stel jongens die graag stikkende protjes laten de hele dag door dus telkens je denkt: 'hmm, ik ruik een kakapamper', dan heb je het bijna gegarandeerd mis. Ze houden ons graag voor gek.)

En als het lukt, dan slaag ik er in om 's morgens wakker te worden vóór de tweeling. Dan kan ik stilletjes uit bed glippen en op kousenvoeten naar de badkamer verdwijnen. Onveranderd, maar noodgedwongen korter van duur is het dagelijks twijfelen voor de kleerkast. Die is trouwens weer opnieuw ingericht. Alle kleren die ik nu aankan, die liggen nu in m'n schuif in de ladekast waar tot voor kort m'n zwangerschapskleren lagen. Zo is m'n keuze toch beperkt tot één overzichtelijke schuif waar ik naar hartelust in mag rommelen.

En multitasken krijgt hier dagelijks ook meer invullingen. Deze voormiddag heb ik tegelijk R de borst gegeven en S een flesje. De tweeling tegelijk aanleggen dat doe ik niet (heeft geen zin met m'n 50-50-systeem), maar dit is toch ook al voor de gevorderden. Eerst legde ik (met beide handen) R aan en eens die vertrokken was, dan begon het:
met m'n ene hand bleef ik z'n hoofdje ondersteunen terwijl ik met m'n andere hand een flesje in S z'n mondje stak. S lag daarvoor hoog op verschillende stevige kussens naast me op de bank (dit kan ik ook enkel doen omdat hij zich nog niet omdraait). Met m'n derde hand kon ik dan nog de slabbetjes die ik altijd vergeet, goed onder hun kin steken en met m'n vierde hand aan m'n neus krabben die steevast begint te jeuken eens ik geïnstalleerd ben en de twee vredig zuigen op borst of fles... (En bij het wisselen van de borst, dan moest – 'plok' – de fles even uit de mond...)

En ook in de keuken is er verandering ingetreden. Bovenop de microgolf staat een dienblad met alle propere flesjes recht uit de sterilisator, in het gezelschap van een fles water en doseerdoosjes met het melkpoeder al in dosissen verdeeld. En verder is er nieuwe discipline ingetreden voor wat het afwasmachine betreft.

En ik drink terug koffie en thee!!! Thee al sinds de dag van de bevalling zelf en koffie na thuiskomst. Ik heb wel nog geen hele tas koffie kunnen leegdrinken, maar de warme gloed van cafeïne na een korte nacht, is toch al weer een zegen.

De was, daar is ook verandering: ik moet bijna dagelijks een machine draaien of de tweeling valt zonder propere kleertjes. Zoveel kleertjes hebben we namelijk niet (of ze kunnen elk bodietje of t-shirtje maar één keertje dragen voor het te klein is). En de twee grote wasmanden (eentje voor de witte was en de handdoeken, en eentje voor de bonte was) hebben het gezelschap gekregen van een klein wasmandje (voor de tweeling, ha ja...).

En er staat een nieuwe opdracht voor de deur: loslaten. Het begint. Ik had het nooit verwacht dat dat al zo vroeg op zou duiken, maar kijk: de tweeling groeit elke dag. Ze veranderen. Als ik naar de foto's kijk van in het ziekenhuis en naar de tweeling slapend in hun park, dan zijn de verschillen frapant. En dat ene pyjamaatje mag ik S niet meer aandoen want dan zou ik geconfronteerd worden met het feit dat hij er bijna uitgegroeid is. Soms ben ik stiekem blij dat R zoveel lichter en kleiner is. Dan kan ik dat 'prutskes-gevoel' nog wat langer vasthouden en koesteren.

zondag 4 december 2011

Rammelaartjes

Het is zondag. Allerliefste is naar de voetbal. Vandaag eens geen bezoek en geen telefoontjes. Ik heb me geamuseerd met de tweeling. In de kast vond ik deze morgen kousjes met een rammelaartje tussen de spulletjes die ik van m'n zus heb. U voelt de bui wel hangen: als er eentje z'n beentjes eens strekt in het park, dan rammelt er wat. Eigenlijk best handig. Zo hoor ik meteen als er beweging in komt...

En dan zat ik me verder af te vragen of Sinterklaas eigenlijk al moet langskomen dit jaar? En zo ja, moet ik ze dan al meteen de Leugen vertellen? (En terwijl R aan de borst ligt te slapen in plaats van te drinken, hoe lang ik die borstvoeding nog ga kunnen volhouden...)

zaterdag 3 december 2011

R opnieuw op de weegschaal...

R is bijgekomen. Hij weegt nu al 2kg800. Op 3 weken oud is hij daarmee 400gr bijgekomen, ofte: meer dan 130gr per week. Dat is perfect voor zover ik weet. M'n vroedvrouw vertelde me dat zuigelingetjes tot zo'n 120gr per week zouden moeten bijkomen.

Toch is m'n vriendin van K&G nog niet helemaal tevreden. Terwijl ze hem weegt, blijft ze bedenkelijk kijken. Hij blijft zo klein. Ja zeg... Hij doet het wonderwel. Hij drinkt sinds eergisteren zelfs afwisselend aan de borst. Daarmee ben ik plots wel op ongeveer 50-50 borstvoeding-flesjes beland voor zowel R als S: de ene keer drinkt R van de borst, de andere keer S. Ik vind dat fantastisch en ben daar behoorlijk trots op. Natuurlijk, als je hem vergelijkt met S is er wel een groot verschil. S weegt intussen al 3kg600, 800gr meer dan z'n geboortegewicht. Hij groeit als kool. Het verschil tussen de twee wordt met de dag groter. Ik kan alleen maar hopen dat R hem wel eens zal inhalen terug. Maar verder vind ik dat hij het toch prima doet.

Gelukkig vond de cardioloog dat ook. Gisteren werd hij nog eens aan een grondige controle onderworpen, inclusief elektroden en echo. R was er duidelijk al minder opgezet mee, spartelde al wat meer tegen. Gaf zich niet zomaar gewonnen. Lappenpop is niet langer zijn bijnaampje, zoveel is duidelijk. Maar duidelijk is ook dat hij wel al gewend is om aan onderzoeken onderworpen te worden, want na wat protest, ging hij er toch weer rustig bij liggen waardoor de testen gelukkig snel voorbij waren.

En ja, die gaatjes groeien waarschijnlijk vanzelf wel dicht, hoor. En ja, zijn ademhaling is wel wat sneller (door de gaatjes worden zijn longen zwaarder belast. Die krijgen teveel bloed te verwerken). Als hij er echt last van heeft, dan moesten we zeker sneller terugkomen voor een controle. En dan mochten we gaan. Weer goedgekeurd voor twee weken.