vrijdag 31 december 2010

2010 doet de boeken toe - joehoe!

2010 zit erop. Hip hoi. Ik weet niet hoe het bij jullie was, maar 2010 was hier een redelijk bewogen jaar, met heel wat wilde watertjes die doorzwommen moesten worden. Ik werd dertig, kon de eerste grijze haren niet langer verstoppen, vond een nieuwe job, raakte een job kwijt, raakte niet zwanger (na inmiddels twee jaar proberen) maar werd wel verlost van de endometriosecystes en stapte in de MMM. Een reis zat er dit jaar niet in, zelfs geen citytripje, wel een verhuis naar ons geweldig nieuw huisje.

Allerliefste en ik hopen dan ook vooral dat 2011 een iets rustiger jaar wordt. En vandaar ook onze wensen voor iedereen:

Dat 2011 een beter, mooier, rustiger, gelukkiger, gezonder, geliefder, hartverwarmender, hoopvoller en fijner jaar moge worden voor iedereen. Veel sterkte aan iedereen die het wat moeilijk heeft nu en een dikke knuffel voor iedereen.

En dan trek ik nu de deur van 2010 achter mij dicht, zeh. Bye bye!

donderdag 30 december 2010

Baaldag

Een collega vond het nodig om me vandaag nog eens op alle grotere en kleinere fouten te wijzen die ik de laatste tijd gemaakt heb. Dat op zich is al behoorlijk ergerlijk. Wat het nog ondraaglijker maakt, is dat dezelfde collega met rats dezelfde klachten vorig week nog naar de baas is gestapt waarop hij mij al eens op mijn grotere en kleinere uitschuivers van de laatste tijd gewezen heeft, onverwijld en met het nodige begrip en gepaste, doch niet te vergaande bezorgdheid. Dat gesprek heeft toen mijn ogen geopend: het was waar dat ik wat minder geconcentreerd rondliep vorige week en daarvoor ook. En sindsdien heb ik me herpakt. Of doe ik toch mijn best.

Toch, desalniettemin, desondanks, edoch... moest mijn collega hier alsnog eens op terugkomen. En dit omdat ze verbaasd was geweest dat ik mijn baas had geantwoord dat ik a) weliswaar mij ging herpakken en blij was dat hij mij erop attent had gemaakt, maar b) het niet helemaal apprecieerde dat deze collega in kwestie niet gewoon haar problemen rechtsstreeks met mij had besproken, of het toch niet helemaal leek te begrijpen in welke “sfeer” dit gesprek tussen haar en hem had plaatsgevonden. Ik begrijp namelijk niet goed waarom collega's achter mijn rug moeten gaan klagen bij de baas... over fouten die ik zou maken, zonder hierover met een woord tegen mij te reppen. Dit leek een wat ongelijke strijd te worden, zeker aangezien ik op dat moment niet eens mezelf kon verdedigen (wegens niet aanwezig bij dit gesprek) én mezelf nadien meteen bij the Boss Himself moest zitten verdedigen.

The Boss, die trouwens op de hoogte is van hormoonbehandelingen en dergelijke, net als de rest van ons klein maar 'hecht' team. Wat de strijd nog wat ongelijker maakt uiteraard. Reageer vooral niet met de minste vertoning van emotie want voor je het doorhebt, word je gebombardeerd tot een hysterisch, labiel en depressief hormonenwrak. Maar dit terzijde.

Er zat niets anders op dan de in bezorgde-vragen-verbloemde-verwijten te slikken. Vragen die totaal ongepast waren. Die me persoonlijk aanvielen omdat ze heel hard haar best aan het doen was om een psychiatrische diagnose op mijn voorhoofd te stempelen. Neenee, deze collega is geen psychiater. Wel een pedagoge, die plots vond dat dit diploma haar er niet van moest weerhouden om een andere collega die niet eens haar ondergeschikte is (ik dus), een psychiatrische, zelfs neurologische diagnose op te kleven. Dat was eigenlijk bewonderenswaardig. Ware het niet dat ik op slag het gevoel heb dat ik in drijfzand werd geduwd en slechts een kleine kans maak om hier ongeschonden uit te raken.

En dat op een dag dat ik a) eerst nog naar de bloedcontrole moest voor een nutteloze zwangerschapstest, b) al blij was dat ik nog op tijd op het werk geraakte daarna, c) extra blij was dat ik mezelf nog goed had kunnen concentreren op het werk vandaag en d) door dit hierboven omschreven onaangename intermezzo in de namiddag mijn werk niet eens op tijd klaarkreeg en nog een uur langer moest blijven om alles voor morgen gedaan te krijgen en alsof dat nog niet erg genoeg was, belde een zielig en ziek hoopje Allerliefste met de vraag of ik nog naar de apotheek kon voor hem (lukte dus niet meer).

Toen ik eindelijk thuis was, kwam de stoom nog uit mijn oren. Onaandachtig ritste ik de enveloppe van Fertiliteit open. Dat miste ik nog: een nieuwe factuur. Dacht ik.

“Beste mevrouw Bremer. Bij deze melden wij u dat er één embryo werd ingevroren.”

Optelsom

Het komt er op aan de draad van mijn leven weer op te pikken. Vooral niet te tellen. Vooral niet vooruit te gaan lopen op de feiten. Niet na te denken. Ik lag daarnet in bed te rekenen: iemand met een gewone cyclus en geen problemen, heeft per jaar ongeveer 12 kansen om zwanger te raken. Ik heb er 6 (in totaal, die terugbetaald worden). Correctie: 5 (ik heb er al 1 gehad). Ik kan alleen maar hopen dat er nog een paar cryo-pogingen als extra bonus bij worden gegooid. Ik kan maximum 4 IVF pogingen per jaar ondernemen. Dat leek me erg veel tot een dag of twee geleden. Nu wil ik gewoon zo snel mogelijk opnieuw erin vliegen en is mijn grootste angst dat de dokter zegt dat het aangeraden is dat we best een paar maanden wachten voor we een nieuwe poging wagen.

Ik had voor mijn 30ste kinderen willen hebben. Liefst eigenlijk al twee kinderen voor die kaap van 30. Haha... Ik lag bijna in tranen toen ik ineens besefte dat het dus ook niet voor mijn 31ste zal zijn. Een realistische hoop om te koesteren is één kindje voor mijn 35ste. Ik weet eigenlijk niet of ik wel nog aan kinderen wil beginnen als ik 35 ben. Zeg ik nu natuurlijk.

En dan kwam de grootste schok: ik besefte ineens dat mijn jongere broer mij weleens voor zou kunnen zijn. Hij heeft sedert een half jaar een vriendin en het gaat ineens razendsnel. Hij gaat binnenkort zijn appartement te koop zetten want ze gaan samenwonen. Ze gaan zelfs meteen samen kopen. Ze hebben al een optie genomen op een huisje-met-tuintje. Ik heb nog niet willen, durven vragen met hoeveel slaapkamers. Ik wil niet dat mijn broer en schoonzusje mij voor zijn.
Hij heeft mij gevraagd of wij eventueel zijn kat willen adopteren als het niet lukt om die te verzoenen met de hond van zijn vriendin. Allerliefste keek wat verbaasd en haalde toen zijn schouders op. Waarom niet een poging wagen? We hebben hier al twee katten in huis rondslingeren die we adopteerden van anderen. Katten komen er vlot bij. Bij ons zullen er toch nog niet zo snel kinderen rondlopen om die beesten op hun beurt te terrorriseren.

Tijd om te stoppen met dergelijke gedachten, want ik word er niet vrolijk van. Misschien moet ik vanavond nog eens wat muren schilderen. Nu mag ik toch weer meubels verschuiven. Of misschien moet ik eens een uitstapje plannen naar de sauna. Er is er eentje in de buurt naar 't schijnt. En straks een glaasje wijn opentrekken bij het eten. En chocolademousse eten als dessert. En gerookte zalm op de boterham morgen. En bubbels om Nieuwjaar te vieren morgen.
Zoveel dingen om te doen.

dinsdag 28 december 2010

De terugkeer van Wit Stipje

Ik denk dat ik Wit Stipje heb gezien. Ik zal jullie de details besparen want natuurlijk komt het erop neer dat ik het niet had mogen zien en totaal ontredderd de wc verliet. Gelukkig was ik thuis.

Eén avond heb ik in de zetel liggen huilen. Elke keer dat ik dacht dat er geen tranen meer konden komen, ging de kraan opnieuw open. Dat was een hele ervaring. Nooit gedacht dat er zoveel vocht uit mijn ogen kon stromen.
Allerliefste, die op dat moment eigenlijk op de zetel had moeten liggen, want hij is ziek (koorts, keelontsteking, de hele reutemetteut...), nam me eens goed in zijn armen en kraakte (met zijn momenteel zeer hese stem): ''t komt allemaal wel in orde, schat'. Verder kwam hij niet en dat moest ook niet want wat kan een mens ook zeggen op zo'n moment? En toen ging hij verder ziek wezen in bed boven, want de koorts vloerde hem echt.

De ochtend na een weeral zo goed als slapeloze nacht, opgestaan met nog steeds wat dikke ogen. Make-up opgedaan en geen mens die nog wat zag. Op het werk de knop omgedraaid. Me er helemaal ingegooid. Het enige dat me uit m'n concentratie kon sleuren, waren de honderd-en-een momenten dat ik naar de wc moest lopen omdat ik toch wel hevig bloed aan het verliezen was, waarna op een bepaald moment toch één collega achterdochtig werd en zei dat ik bleek was. Tja...

Na uren getwijfel, heb ik ook maar even gebeld naar Fertiliteit om te melden dat ik mijn regels had gekregen. De verpleegster aan de andere kant van de lijn zei iets aardigs en polste naar hoe hevig de bloedingen waren en ik boorde mijn mentale vermogens flink aan om rustig te antwoorden in het stille vergaderzaaltje waarin ik me had teruggetrokken op het werk. Tja, wat kan een mens doen, he?
En dan vroeg ik waarvoor ik eigenlijk belde: hoe moet het nu verder? Enneuh... moet mijn cyclus niet onderdrukt worden? Zware endometriose, he?

De verpleegster snapte mijn bezorgdheid en probeerde de dokter te pakken te krijgen, wat niet onmiddellijk lukte. Ik mocht even later terugbellen om te horen wat hij te zeggen had.
Zo gezegd, zo gedaan. Wat later zat ik opnieuw in dat vergaderzaaltje met mijn gsm aan mijn oor naar vervelende wachtmuziekjes te luisteren. Na een tijdje dan de verlossing door dezelfde verpleegster.
'Ja, de dokter zegt dat u mag stoppen met alles wat u nu nam, gewoon naar de bloedprik te komen zoals gepland, en ik mocht een datum met u afspreken om op consultatie te komen volgende week.
Ok euh, dank u. (Gaat dit bij iedereen zo?)

Toen de werkdag erop zat, zijn we met de collega's iets gaan eten. Het werd een onverwacht gezellige avond. Veel gelachen. Gelukkig is 'zwangerschap' geen veel voorkomend gespreksonderwerp tussen de collega's waarvan niemand behalve ik plannen heeft (toch niet bij mijn weten), en de vier die kinderen hebben, al een stel pubers thuis rondlopen hebben. En dus werd er naar aloude gewoonte duchtig geplaagd, gelachen, gezeverd, gezwetst, gezwanst, etc tot de stukken ervan af vlogen en tot de desserts uiteindelijk ieders aandacht tijdelijk volledig opeisten.

zaterdag 25 december 2010

Niets is wat het lijkt

Nog drie dagen wachten. Tenzij mijn regels doorkomen. Maar mijn regels lijken helemaal niet door te komen. Mag ik dan beginnen hopen? Ik heb een beetje, een heel klein beetje bruinverlies gehad. Dat kan van de innesteling zijn. Ik heb dit nog nooit gehad alleszins. Als ik mijn regels kreeg en op voorhand al wat bruinverlies had, was dat toch helemaal anders. Al is niets zeker en kan je niets vergelijken natuurlijk. Nu zijn er zoveel hormonen in het spel dat mijn lijf al lang niet meer reageert zoals normaal. Er is niks normaal aan deze situatie.

Ik zit erdoor. Ben down. Heb nu al een hele week lopen denken, proberen te geloven, dat de eerste poging toch gedoemd was om te mislukken. Een mens moet toch poepveel chance hebben om van bij de eerste poging zwanger te raken, he. Ik had gedacht: de eerste week denk ik dat ik niet zwanger ben. De tweede krijg ik mijn regels.

En nu heb ik mijn regels nog niet. En natuurlijk ben ik in één klap aan het dromen gegaan. Die stap was heel gemakkelijk genomen. Zo vlot dat ik er niet eens erg in had eerst. Ineens raakten mijn voeten de grond niet meer. Ik heb het gevoel dat ik op één nacht van het gevoel 'ik ben niet zwanger' naar 'ik ben zwanger' ben gegaan, met alle hoop en dromen die daarbij komen. Ik lig uren te dromen over hoe ik het de mensen moet vertellen. De mensen uit mijn uitgeving zullen uiteraard in de wolken zijn, al kan ik me ook wel voorstellen dat mijn baas en collega's toch wel wat zullen schrikken. Maar ik voel mee met mijn lotgenootjes. En dan lig ik daar wakker van. Het leven is niet eerlijk.

En dan denk ik: maar wat als ik dan toch niet zwanger ben? Ik kan er niet vanuit gaan dat ik zwanger ben. Dat is net fout. Dan staat de poort naar Gigantische Ontgoocheling wijdopen. Ik had veel liever Verwachte Teleurstelling willen binnenglippen langs een gemakkelijk over 't hoofd gezien zijdeurtje. En terwijl ik zo tussen deze deuren en poorten sta te wachten, is het natuurlijk de rijkelijk versierde en breed openstaande poort van Hoopvolle Dromen waar alle vrolijke stemmen me steeds weer naar binnen proberen te lokken.

donderdag 23 december 2010

Een tussenstand in cijfers

Weer een dag overleefd. Vraag me niet hoe. Ik heb me bezig gehouden met een lijstje op te stellen van mijn eerste IVF in cijfers, tot nu toe. Echte bezigheidstherapie.

Wil je het horen? Hier komt het:

Er zaten 5 maanden tussen mijn eerste consultatie in het Centrum en de transfer. Ik heb in die tijd 5 afspraken gehad voor consultaties: 2 bij mijn gynae, 2 bij de anesthesist, en 1 bij een verpleegster-counselor (of is het 'counsellor'?). Ik ben in die tijd 2 keer onder narcose gegaan, 1 keer voor de laparoscopie en 1 keer voor de pick-up, was tot voor de operatie de 'trotse' eigenaar (haha) van 1 gigantische endometriosecyste waarvan ze me nooit verteld hebben hoe groot die eigenlijk was en een kluwen van verklevingen, heb 10 keer bloed moeten laten prikken en heb 4 echo's gehad. Dat laaste verbaasde me een beetje, ik had verwacht dat het er meer waren, maar nee. Twee keer mijn agenda van voren naar achteren doorbladeren, bracht me steeds terug op hetzelfde cijfer.

Ik heb in totaal 39 prikken gezet bij mezelf (jaja, ik ben een echte junk nu – trotse grijns –), van 57 ampulles medicatie. Daarvan waren er 12 voor Menopur, voor in totaal 30 ampulles. Da's naar 't schijnt niet zoveel, al heb ik niet zoveel mogelijkheid om te vergelijken. Je zal me alleszins niet horen klagen over de bijwerkingen ervan, want ik heb er amper last van gehad.
En bij die 39 zit ook Decapeptyl, dat ik 27 dagen elke dag heb moeten zetten (1 ampul per dag).

Ik had bij de laatste echo 13 follikels, waaruit ze bij de pick-up 7 eitjes hebben kunnen halen en daarvan werden er 6 bevrucht. Dat resulteerde alleszins al in één goeie embryo. Of de 5 anderen in de vriezer of in de vuilbak liggen, dat weet ik nog niet. Hopelijk werd het toch het eerste. Da's frisser, maar biedt echt wel meer toekomstperspectieven.
Het is een echte afvallingsrace, da's duidelijk...

Ik ben in de laatste maand 2 kilo bijgekomen, heb een onbekende hoeveelheid chocolade en koekjes binnen en heb een niet nader bepaalde hoeveelheid slaap gemist door vroege (bloed)prikken of piekernachten.

Er hebben in die 5 maanden naar schatting tussen de 15 en de 20 mensen ofwel tussen mijn benen gezeten, ofwel aanwezig geweest in de ruimte waarin ik al dan niet bij bewustzijn met wijdopen benen lag. Comazuipen en rapedrugs zijn voor mietjes. Probeer IVF eens...

En ik moet nu nog 5 dagen wachten op het resultaat van deze terugplaatsing.
Shit, nu zit ik weer daaraan te denken. Dringend terug iets nieuws verzinnen om te doen hier...

woensdag 22 december 2010

Ik ben...

Ik ben zwanger.
Ik ben niet zwanger.
Ik ben zwanger.
Ik ben niet zwanger.
Ik ben zwanger.
Ik ben niet zwanger.

Ik ben stilaan gek aan het worden.

Ik moet er overigens bijvertellen dat de laatste posts van mijn blog weliswaar in drie opeenvolgende dagen gepubliceerd werden, maar dat ik die eigenlijk geschreven heb met verschillende dagen tussen. Sorry lezer, als het hierdoor een beetje verwarrend overkomt, maar hej, deze wachtweken zijn dan ook zo ongelooflijk verwarrend dat ik zelfs niet meer weet wat ik wanneer ookalweer moest aanvullen op mijn blog...

dinsdag 21 december 2010

Tijdsnood

Ik zit in tijdsnood. Mwhoehahahaha... In de wachtweken is de tijdsnood natuurlijk dat de dagen eindeloos lang lijken te duren en de weken precies achteruit gaan in plaats van vooruit. Om deze tijds(nood)paradox ten volle te bestrijden heb ik mijn agenda echt eivol gestoken ('eivol'... net een woord om te gebruiken in deze context...) en nu zit ik dus in tijdsnood. Het is mogelijk.

Ik heb dus eigenlijk ook geen tijd om te schrijven. Schrijven = denken = denken aan = piekeren = slapeloze nachten = problemen problemen problemen...

Ik maak fouten op het werk, ik ben verstrooid, ik loop rond als een kip zonder kop en ik voel me de helft van de tijd echt zwaar down.

En ik droom ervan dat ik zwanger ben en aan iedereen het prachtige nieuws mag gaan verkondigen en dat iedereen in de wolken is en meteen maak ik me honderd-en-een zorgen. Over waar een crèche vinden? Over de financiële kant met mijn halftijdse job. Over broertjes en zusjes. Ik had zelfs het geslacht al gedroomd (al ben ik nu natuurlijk alweer vergeten wat het was). En ik heb gedroomd dat ik uit dankbaarheid ook dit en dat en dat en dat ging doen allemaal. Allemaal geweldige voornemens.

Om dan halfwakker te worden met het angstzweet: wat als ik zwanger ben, maar het een buitenbaarmoederlijke zwangerschap is? Of een miskraam wordt? Dat kan ik gewoon niet aan. En dan lag ik in mijn halfslaap ineens bijna te wenen...
Sta dan maar eens fris en monter op voor de nieuwe dag die aangebroken is.

maandag 20 december 2010

En dan is het wachten geblazen...

We zijn intussen een paar dagen verder sinds de terugplaatsing en ik heb geen idee of Wit Stipje nog op z'n plaats zit. Ik voel me niet zwanger en het lukt aardig om niet de hele dag te lopen dromen over zwanger zijn en kindjes hebben.

Ik heb dan ook besloten dat ik er absoluut niks meer aan kan doen in deze fase. Ik heb het niet meer in de hand. Wit Stipje zal moeten beslissen of hij er goed zit. Ik heb sowieso gedaan wat ik kon.
En dus probeer ik me nu maar wat bezig te houden. Of eigenlijk: de draad van mijn leven zonder behandelingen weer op te pikken. Ik ben thuis wat aan het schilderen geweest (zonder evenwel zware meubels te verplaatsen (dat mocht ik niet), dus ben ik beperkt tot die paar muren die nog moesten gedaan worden waar nog geen meubels tegen stonden). En ik heb met een aantal vriendinnen afgesproken. Wat ook gezellig was (alleen moest ik oppassen dat de gesprekken niet telkens op kinderen en zwangerschappen werden gebracht). En ik ben terug aan het werk wat ook wel fijn was, alleen had ik de grootste moeite om me meteen terug 100% te concentreren. Niet dat mijn gedachten de hele tijd bij 't Witte Stipje zaten, zeh. Mijn gedachten fladderden gewoon alle kanten op. Hopelijk verbetert dat weer, want het was best vermoeiend en ik maakte er fouten door.

En Allerliefste was blij dat de meeste dingen nu even achter de rug zijn. Dat hij mij nu voor twee weken weer helemaal voor hem heeft. Alleen moest ik hem ook meteen teleurstellen: ze hebben me opgedragen een week geen 'betrekkingen' te hebben, zoals ze het formuleren, waarop hij helemaal teleurgesteld afdroop. Ok, ik ben er niet echt van overtuigd dat seks een risico inhoudt, maar die paar dingen die ik wel kan doen om de zaak te helpen (geen zware dingen tillen, geen seks gedurende een week, geen sauna (wat een opgave!)), daar hou ik me wel aan. Kwestie van me op elk moment te kunnen troosten dat ik er alles aan gedaan heb om het te doen lukken.

zondag 19 december 2010

Een wit stipje

'Wilt u het zien, mevrouw? Het is dat witte stipje daar.' De assistente draaide het scherm van de echo zodat ik kon bewonderen wat de dokter zonet in mijn buik had teruggeplaatst. Er was inderdaad een klein wit stipje te zien in een grotere donkere vlek, al was het met een echo nooit echt goed uit te maken of dat nu 'iets' was van al die wonderlijke dingen die die dokters en assistenten daarin kunnen zien, of gewoon wat bewegende ruis wat de gewone mensen daarin zien. Het witte stipje danste even in beeld. Het was niet groter dan enkele dots, beeldschermpuntjes, dan een mini-sneeuwvlokje, of een kruimeltje.

De dokter zat even mee te kijken van tussen mijn benen. Ze had wat moeite gehad met het juiste 'afzetplekje' te vinden. Ze was aan het poken geweest met een staaf met een hele fijne priem, een holle naald waarschijnlijk en moest dat ene plekje vinden waar mijn witte stipje kon achtergelaten worden aan mijn goede zorgen. In tegenstelling tot wat ze gezegd hadden, had dit toch wel pijn gedaan. Ze hadden een paar keer 'gaat het mevrouw?' gevraagd, terwijl flink gepookt, geprikt en geroerd werd. Waarop ik, diep in en uit ademend – want ik probeerde me intussen ontspannen te houden –, 'ja, hoor.'

En toen moest ik een uur plat blijven liggen en natuurlijk was het eerste waar ik aan moest denken: 'en nu mag ik echt niet naar de wc.' En natuurlijk moest ik nog geen half uur later echt naar de wc. Ik kon mijn gedachten nog eens twintig minuten verzetten door me te concentreren op mijn meegebrachte lectuur en met het vervloeken dat ik niet eens durfde op te staan om even mijn gsm uit mijn kastje te vissen om naar Allerliefste te kunnen bellen en dat terwijl ik mijn gsm hoorde zoemen toen er een berichtje binnenkwam.

De laatste tien minuten was ik het kotsbeu. Ik lag te denken: 'ik ga niet opstaan en naar de wc lopen. Ik wil het witte stipje niet meteen uitpissen. Ik ga niet naar de wc lopen. Ik moet niet pissen. Ik moet aan iets anders denken. Niet aan pissen. Niet aan water.' En toen was het uur voorbij en hield ik het niet langer. Het was de stress denk ik, want natuurlijk was het niet veel. Ik was voordien nog verschillende keren geweest.
En toen kon ik echt wenen; wie weet lag Wit Stipje gewoon nu al in de wc te verdrinken?

Ok, dit mocht ik niet denken. In het echt raken mensen hun embryo'kes ook niet zo snel kwijt. Dit wou niks zeggen, he. Ik moet blijven geloven dat ik bij iedere poging 50% kans heb om zwanger te geraken: of ik raak zwanger, of niet. Statistieken gaan maar op tot je het over een individu hebt. Of over een enkele poging.

Helaas was er nog iets waar ik over kon in tranen barsten: er was maar één echt goed embryo'ke geweest. De rest, vijf anderen waren nog niet okee. De biologe die de uitslag kwam geven voor de dokter tussen mijn benen dook voor de terugplaatsing, zei: 'van de zeven eitjes die we konden verzamelen, zijn er zes bevrucht. Eentje ontwikkelde zich goed. Of we de vijf anderen kunnen invriezen voor volgende pogingen, weten we nog niet. We gaan het nog een nachtje aanzien en morgen beslissen.'

Het ziet er naar uit dat het wel eens alles of niets wordt. Dus probeer ik sindsdien aan het Sneeuwvlokje in mijn buik te zeggen dat het daarbinnen veel gezelliger is dan buiten. Veel knusser en warmer en lekker zacht. Jaja, blijf maar goed zitten daar.

zaterdag 18 december 2010

Leven in de brouwerij

Zo vreemd. Ik had me gisterenochtend niet zomaar klaargemaakt om later op de dag naar het Centrum te gaan. Nee, ik had speciaal extra mooie kleren aangetrokken na een uitgebreide douche en grondige blikken in de spiegel en nog wat crèmekes enzo.
Ik had dan ook een speciale afspraak, he. Een afspraak met mijn embryo'ke. Enfin, dat hoopte ik toch. In afwachting tot het tijd was om te vertrekken zat ik nog wat nerveus te tokkelen op mijn laptop en stond mijn tas thee naast mij onaangeroerd koud te worden.

Het was gek want een week geleden of zo had ik nog het gevoel dat ik onder de loep stond van een artsenverzameling in het Centrum. Sinds de pick-up is dat gevoel compleet verdwenen. Ik ben al twee keer opgestaan met het gevoel dat ik zeker een afspraak moet vergeten zijn voor bloedprikken of zo, want het is zo stil van de Monitoring. Ik voel me hier eerlijk gezegd een beetje vergeten. Alsof ik op straat werd geschoven met een 'Thank you, come again!'. Ik sta dan ook niet meer onder het vergrootglas van die collectie m/v in witte jassen. Nee, die glamourrol is sinds de pick-up overgedragen aan mijn eitjes en Allerliefste zijn zwemmers. Er zit daar dan ook veel meer leven in de brouwerij dan hier thuis, he. Natuurlijk zitten alle artsen en laboassistenten daar. Veel leuker gezelschap.

Ik vraag me af of die laboassistenten soms een gokje zouden wagen op en een scorebord bijhouden over hoeveel embryo'tjes bepaalde eitjes en zwemmers zouden opleveren.
'Ja, Mark, da's dokken, zeh man! Deze zeven eitjes hebben ook zeven embryo'kes opgeleverd!' Waarop de embryo'kes: 'Hey! Wij willen ook wel ons deel van de winst, he!' Dat moeten de onze zijn.

donderdag 16 december 2010

Het ergste moet nog komen...

Een lotgenootje raadde me aan om de wachtweken, “die écht het ergste zijn”, barstensvol te steken met leuke dingen, kwestie van je gedachten te verzetten. Ik besloot, na enige overweging, dat ik niet eens zou wachten tot die wachtweken begonnen, maar al voor de 'transfer' er al met volle overgave in te vliegen. Ik heb de voorbije weken een paar vriendinnen verwaarloosd. Hoog tijd om een paar banden weer aan het halen.
Had meteen wat mails rondgestuurd en hoera: ik had meteen lunchplannen met de ene, en een afspraak voor een uitstapje na het werk met een ander en ook het komende weekend zit al bomvol.

Ik kan tevreden zijn. En hopelijk verzet dat mijn gedachten genoeg, want het angstzweet is me voor de verandering nog eens uitgebroken bij de gedachte dat ik morgen een embryo teruggeplaatst krijg en daarna zwanger kan zijn. Dat is nu toch ongelooflijk dat ik een maand prikken zet en vanalles doe om zwanger te geraken en nu ze mijn embryo'kes gaan terugplaatsen, krijg ik ineens 'cool feet'.
Argh!

Allez, misschien is het wel een beetje normaal ook. Da's wel iets uiterst kostbaar dat ze gaan terugplaatsen, he. Daarvoor hebben we een maand lang dagelijks spuiten moeten zetten en een hele achtbaan aan emoties doorstaan en de grootste loopings van die achtbaan moeten nog komen. Die doemen op aan de horizon. En stel nu maar eens dat ik zwanger zou zijn, dat dat embryo'ke beslist dat het wel gezellig is in mijn buik, hoe perfect moet alles daarna dan wel niet lopen? Ik heb er toch zo hard voor gewerkt, he? Voor afgezien. Voor gehuild en gehoopt. Maar wat als? Wat als?

woensdag 15 december 2010

Sofa-leven

Ik zat thuis te “genieten” van enkele dagen ziekteverlof na mijn pick-up. Te genieten... nou ja. Haha. Ik had niet genoeg pijn om de hele dag in bed of op de bank te blijven liggen, maar wel teveel om veel te kunnen doen. Stilliggen is niks voor mij, maar tegelijk kreeg ik mijn lui gat niet opgehoffen voor de paar klusjes die ik wel kon doen.
Ik had toen echt iets van: kon ik maar gaan werken. Dan zou ik mij niet zo nutteloos voelen. Dacht ik. Daarom belde ik maar al eens naar mijn ma om haar wat te vervelen terwijl ze zich probeerde te concentreren op haar werk. En verveelde ik mezelf nog wat met het boek waar ik me al een tijdje op probeerde te concentreren. En toen ik echt de muren op me af voelde komen, verloste een plots telefoontje me.

'Hallo, mevr Bremer?'
'Ja!' Ik klonk net iets te gretig.
'Ha, heeft u enkele ogenblikken voor de volgende vragen...' En dan volgde een hele uitleg over ik weet al niet meer wat. Hoera, een tele-enquête werd het hoogtepunt van één van mijn rustdaagjes!

Gelieve u rustig naar de uitgang te begeven.

(Er zijn een paar dagen gepasseerd zonder dat ik iets kon posten. Hoog tijd dus om de draad weer op te pikken. Waar was ik gebleven?)

Op de ochtend na mijn pick-up sprong ik verbazend vroeg en verrastend vlot uit bed. De routine van de voorbije maand van vroeg opstaan voor mijn Decapeptylprik zat er nog goed in en nu werd de prik vervangen door een andere hormoonpil die ik moet 'steken'. Ik stond nog even te twijfelen, maar ik voelde amper iets van pijn en besloot dan toch maar, tegen beter weten in, naar de zaterdagles te gaan. Ik nam meer als voorzorg een pijnstiller.

Een uur later was ik ontzettend blij met die wijze beslissing want ik voelde me ineens alsof ik mijn regels aan het krijgen was, maar dan voor alle maanden samen waarin ik geen regels meer had gehad door die Decapeptyl (= vier maanden). Ik verbeet de pijn maar, niks aan te doen. En uiteindelijk had ik nog steeds ergere regels gehad dan dit.

Tegen twaalf uur begon ik al wat ongeduldiger op mijn horloge te kijken. De les was heel boeiend en actief genoeg om mijn aandacht voor soms zelfs een kwartier aan een stuk af te leiden, maar de pijn werd nu toch wel hardnekkig. Nog een uur te gaan...
Ik begon serieus te overwegen om op te staan en vroeger door te gaan, maar wou niet toegeven aan de pijn. Ik bleef zitten en deed mee met de oefeningen alsof er niets aan de hand was.

En dan was de les eindelijk uit. Ik bedwong me om niet als een idioot recht te springen en naar buiten te hollen alsof m'n gat in brand stond, maar om beheerst en bedeesd mijn spullen bijeen te rapen, gedag te zeggen en rustig mij naar de uitgang te begeven als bij de vlotste en beheerste evacuatie-oefening. Ok, toch niet zo'n goeie oefening, want ik maakte nog een korte stop in de toiletten.

Toen ik daar mijn handen stond te wassen, kwam er een lesgenote uit de andere toilet. Ze kwam naast mij staan aan de andere lavabo en vroeg, voortbreiend op een gesprekje van anderen in het naar buitengaan: “Denk jij aan kinderen?”
Ikke, gewoon doend: “Ja.” Zonder meer uitleg. Ik feliciteerde mezelf met het lachje dat ik kon opbrengen.
Waarop zij: “Oh, da's tof! Dat was de fijnste periode in mijn leven! Je zal zien!” We glimlachten eens naar elkaar en namen afscheid. Yeah right... de fijnste periode in mijn leven... Ik hoopte dat écht dat ze het had over het hebben van die kleine ukjes (haar enthousiasme daarover kon ik haar vergeven) en niet over die gewéldige, spánnende rooskleurige periode vol seksuitspattingen en predictortesten mét het juiste aantal streepjes die daaraan hoort vooraf te gaan.

zondag 12 december 2010

Close encounter met een donor

Helaas lopen er ook veel minder geweldige mensen rond. Ik kan er niet omheen nog eens 'helaas' te moeten gebruiken in deze zin: helaas moet ik dit zeggen over een eiceldonor.

Mijn pick-up verliep onder volledige narcose. 's Morgens moesten we er dan ook om 7u staan. Mijn pa speelde godsgeschenkje-in-levende-lijve door ons een lift aan te bieden. Hij moest hiervoor speciaal een omtoer doen maar mijn ma kon niet.

Stipt om 7u stapten we uit de auto voor de deur van het centrum. Allerliefste was al even stil als ik. We werden snel naar onze kamer gewezen waar we anderhalf uur moesten wachten. Allerliefste werd dan een eerste keer weggeroepen voor een bloedprik. Ik moest erom grinniken. Heb ik de voorbije weken meer dan genoeg moeten doen. Mocht hij nu ook wel eens voelen. Hihi.
Even later werd hij een tweede keer weggeroepen. Dit keer voor zijn bijdrage. Dit was echt heel raar, zo erg dat het bijna komisch was. Ik had zin om iets te zeggen als: 'doe dat goed, he' maar slikte mijn woorden toch maar in. Geen idee of hij hiermee kon lachen op zo'n moment. Hij verliet de kamer alsof hij naar de slachtbank vertrok.

Een tijdje later kwam hij terug de kamer in. Ik vroeg zo neutraal mogelijk of ze hem naar een gezellig kamertje hadden gebracht? Of het een beetje ok was geweest? Of het waar was dat er spannende lectuur lag, maar hij deed nogal ontwijkend dus vroeg ik hem om een kusje om zo deze onwennige situatie wat te normaliseren.

En dan was het mijn beurt. Twee verpleegsters kwamen me halen, met bed en al, maar eerst kreeg ik een kalmerings/verdovingsmiddel in mijn heup geprikt. Ik kende ditmaal de routine. Ze vroegen me of het de eerste keer was dat ik onder narcose moest. Ik schudde van nee: 'ik heb ook al een laparoscopie gehad deze zomer.' In de ruimte waar ze me klaarmaakten voelde ik het kalmeringsmiddel toeslaan. Mijn ogen begonnen zowaar dicht te vallen. Ik kreeg een baxter in mijn elleboog want ze moesten ook bloedprikken. Dat was prima. Vorige keer deed mijn hand echt superveel zeer van die baxter.

De verpleegsters praatten wat onder elkaar. Er was een kleine verwarring.
'Mevrouw, het is toch niet onder volledige narcose, he?'
'Jawel. Op aanraden van de dokter.' Dan moest één ervan lachen.
'Oei, dan was die verdovingsprik niet echt nodig. Nou ja, kan ook geen kwaad hoor. U zal extra goed slapen.'
Geweldig...

En dan ging het op weg naar de pick-up garage. Het was een kleine ruimte waar verbazend veel volk in zat. Ik telde vijf mensen. Twee verpleegsters, een studentje, een anesthesist en een dokter. Schat ik, want enkel de eerste drie stelden zich voor. En voor ik iets kon vragen, moest ik op de stoel kruipen, werden mijn armen vastgesnoerd en ging het licht uit.

Naar mijn gevoel twee minuten later probeerde ik mijn ogen weer te openen. Ze kleefden dicht met een of andere smurrie. Een verpleegster kwam me een papieren doekje geven om ze schoon te vegen. Dan ging ze weer verderop aan een bureautje zitten. Ik deed hard mijn best om wakker te worden, maar voelde me tot twee keer toe opnieuw in slaap glijden.

Na een tijdje lukte het me om iets langer wakker te blijven en ze kwam vragen of ik wakker genoeg was om naar de kamer gebracht te worden. Ja alsjeblief. Het was er helemaal niet zo gezellig. Liever terug op mijn stille kamer.
Helaas was mijn kamer helemaal niet meer het oord van rust en vrede dat ik daarstraks achtergelaten had. Er lag een vrouw in het andere bed, haar vent aan haar zij. Ze was bang, ratelde honderduit, stond werkelijk doodsangsten uit. Ik was nog niet goed wakker en het drong maar in beetjes tot me door.

Mijn frank viel toen ze zei: 'allez, ik hoop dat we er toch iemand gelukkig mee kunnen maken.' Maar toen was ze al weggehaald en teruggebracht na haar pick-up. In een euforische staat dit keer. Het was allemaal een fluitje van een cent geweest. Ze had niks gevoeld. Maar hoe bang was ze geweest, zeg. Haha! Ze was er zelfs van gaan hyperventileren. Zo erg dat ze even alles stil hadden moeten leggen. Ze ratelde alweer honderduit tegen haar ventje, terwijl ik begon te overwegen oordopjes of nog zo'n verdovingsspuit te vragen. Even ervoor had ik haar nog iets willen zeggen als: 'wauw, moedig dat je dit wilt doen voor anderen.' Maar het kwam niet over mijn lippen. En dan schoof een verpleegster het gordijn dicht tussen ons en vergat iedereen dat ik er ook nog was.

De verpleegsters liepen binnen en buiten. Telkens kwamen ze niet verder dan haar bed. Ze kreeg een uitgebreid verslag over de eitjes die ze hadden kunnen wegnemen (vijf, allemaal rechts, geen links). En toen kreeg ze zelfs cash geld in een envelopje toegestopt. Waarschijnlijk haar 'onkostenvergoeding'. Toen de dokter de kamer uitwas, zat ze luidop haar geld te tellen (2000 euro!) en begon ze te juichen en jubelen en trots tegen haar vent op te sommen wat ze nu allemaal gingen doen met dat geld. En wat ik nog het ergste vond: totaal ongepaste grapjes te maken over dat ze nu wel even wat voorzichtiger moesten doen want ze hadden een paar nog niet rijpe follikels laten zitten en ze wouden toch niet dat er over negen maanden “eentje van hen uitfloepte”. En dat ze dit nog ging doen. Ze zat meteen uit te rekenen hoe vaak ze dit kon doen en al het geld dat ze ermee kon verdienen dat toch een mooie aanvulling was op haar dop. Al was er blijkbaar een maximum aantal keer want ja, het was toch niet niks, he, wat ze haar lichaam aandeed. Haha, ze moest zelfs op haar gewicht letten, op haar 1cm vet. Haha.
En haar vent die zat daar maar met een rustige stem haar vruchteloos aan te manen tot kalmte.

En ik lag achter het gordijn er niet goed van te wezen, al moet ik zeggen dat het wel mijn gedachten volledig afleidde van het ongelooflijk lege gevoel in mijn buik. Ik begon me af te vragen hoe mijn eitjes het ervan hadden afgebracht, maar er kwam niemand iets vertellen. Na twee uur wachten op nieuws, drukte ik dan maar op het knopje en vroeg aan de verpleegster of ze aub nieuws hadden, want ik was toch wel heel nieuwsgierig. Ze moest het gaan opzoeken en kwam even later terug met een dossiertje.

'U had zeven eitjes, mevrouw. Da's een mooi gemiddelde. Zeven – acht is zo het gemiddelde dus u heeft zeker een goed resultaat.'
'Dank u.'

Inwendig was ik trots. Ik had toch lekker twee eitjes meer dan het hysterische donortje naast mij. Een gelukzalige minuut werd het stil achter het gordijn. Meteen voelde ik me schuldig. Er zijn zoveel vrouwen die zo afhankelijk zijn van donoren...
Al moet ik zeggen dat ik het wel ongelooflijk jammer vind dat mijn hele romantische beeld van de onzelfzuchtige eiceldonor met de grond gelijk werd gemaakt.

Ik was blij toen ze doorgingen. In de uren die ik nadien nog moest wachten tot ik naar huis mocht, probeerde ik wat te lezen, maar het ging niet. Ik belde nog in verband met die job (zie mijn vorige post: 'De evidentie van een job II, en, oh ja, de pick-up'). En ik was vooral heel blij toen ik door het venster mijn vader van de parking zag komen aangewandeld. Ik stond op, nam mijn spullen en ging hem tegemoet.

De evidentie van een job II, en, oh ja, de pick-up

Een dag later zat ik weer thuis, na een nieuwe bloedprik, als mijn gsm ging. Het was een vrouw in verband met die vacature. Ze waren erg geïnteresseerd in mijn profiel en dus in een verdere kennismaking, liefst zo snel mogelijk. Of ik de dag zelf nog kon langskomen?
Euh ja...?

In de namiddag trok ik naar ginder. Ik had nog snel even hun website binnenstebuiten gekeerd zodat ik op vragen kon antwoorden over wat ze doen en zo. Dat vond ik een geweldige ingeving want ik was het in de haast en de plotse stress bijna vergeten.
En toen zat ik daar. En bleek al snel dat het om een voltijdse job ging, terwijl ik eigenlijk had gedacht dat het een deeltijdse zou zijn die ik kon combineren met mijn huidige job. Natuurlijk zou het voor de centjes veel interessanter zijn om een voltijdse te hebben, maar ik heb het al zwaar genoeg dat die dagen thuis heel erg welkom zijn én ik heb een baas en collega's die op de hoogte zijn van mijn behandelingen en me bovendien steunen. Plus een leuke job, interessante bedrijfsvoordelen én het ligt bovendien dicht bij het Fertiliteitscentrum... Wees eerlijk: wat kan je nog meer wensen? Ok, het is een job die op papier 'onder mijn niveau' is. Maar ik amuseer me er. Ik ben gelukkig. Ik wou gewoon een centje meer kunnen verdienen door eventueel over een tijdje een bijkomende deeltijdse te vinden om te combineren met deze job.

Goed, ja... Dat 'over een tijdje' werd ineens wel heel nabije toekomst. Ik schreef twee brieven en had de dag erna al een uitnodiging voor een gesprek voor één ervan. Dit ging wel heel erg snel.

De vrouw die me ontving, was heel vriendelijk. Ik schatte ze hooguit een jaar of vijftig en ze straalde rust en vertrouwen uit. Ze deed de deur voor me open, wees me naar een vergaderzaaltje en stelde me een lijstje vragen waar ze zich voor excuseerde bijna. Ze had deze vragen ook aan de andere kandidaten gesteld en het moest wel eerlijk verlopen. Door de manier waarop ze sommige dingen zei, kreeg ik van bij de start het gevoel dat ze reeds voor mij gekozen hadden. Easy pie, dus. Ik kon daar buitenwandelen met een nieuw en voltijds contract.

Het was zo absurd. Een nieuw contract aangeboden krijgen twee dagen voor mijn pick-up. Wat zou ik mijn huidige baas moeten zeggen? Bedankt voor alle loyaliteit, maar ik bol het af? En neem ik het risico wel? Ik kan zwanger zijn voor het einde van de proefperiode. Ben ik dan wel beschermd tegen ontslag? Ik weet het niet.

Tijdens het gesprek werd het haar duidelijk dat ik nogal aan mijn huidige job hang en 'op papier' is daar eigenlijk geen reden toe. Ik zou een gat in de lucht moeten springen bij deze kans. Ik kon niet anders dan haar een verklaring geven voor mijn lauwe reactie. Ik wikte en woog mijn woorden bij elk antwoord.

En dan vroeg ze of ik beschikbaar ben voor avond- en weekendwerk? Want ik moet er wel op die en die dagen kunnen staan voor die en die activiteiten.

Ik haalde diep adem en zei: 'goed, kijk, ik ga open kaart spelen, want ik zit inderdaad met een paar zaken.' En ik vertelde in twee zinnen waar we mee bezig zijn (zwanger worden en 'hulp nodig') en dat ik dus niet kan zeggen wanneer ik plots weer voor onderzoeken naar 't ziekenhuis moet en waarom ik dus zo aan mijn huidige job hang (begrip van mijn baas etc) dat ik die voor geen geld wil kwijtspelen. En voegde eraan toe dat de sfeer er ook bijzonder goed is, wat een mooie bonus is natuurlijk. En dus nee, ik kan niet garanderen dat ik er altijd zal staan als ik voor deze job zou kiezen.

Tot mijn verrassing knikte ze rustig en zei ze mijn eerlijkheid enorm te waarderen. Ze vroeg me of ik vragen had voor haar. Euh ja... Ik begon vragen te stellen over de jobinhoud en de collega's. Bleek dat ze een groot verloop van personeel hebben gekend. Geen goed teken. Ik vroeg haar naar de sfeer onder de collega's. Het was even stil voor ze een diplomatisch antwoord verzon. Geen goed teken. Ze vertelde me vrijuit over de problemen die ze al ervaren hebben. Ik zag een berg potentiële frustraties voor me opdoemen. Geen goed teken. Maar ook ik zei haar dat ik haar eerlijkheid waardeerde.

Een dag later zat ik thuis te wachten op nieuws. Er kwam niets. Wat had ik verwacht? Natuurlijk kozen ze nu een andere kandidaat, he? En euh, ik had eigenlijk al beslist dat ik het niet ging doen om alle redenen die ik al gezegd heb, ookal heb ik toevallig het juiste diploma.
Ik bereidde me verder voor op de pick-up (lees: ik probeerde niet teveel te stressen). 's Avonds ging ik nog eens babysitten (wat een geweldige zet bleek tegen die stress. Het verzette m'n gedachten.)

Op de dag van de pick-up lag ik nog te bekomen van de narcose en het onzalige gezelschap in mijn kamer (waarover later meer), als ik mijn gsm weer opzette. 'You have one missed call.' Voicemail. Ik luisterde naar het berichtje. Of ik nog eens wil terugbellen in verband met die job? Ik belde terug en hoopte dat mijn stem vast genoeg klonk. Ik had uiteraard niet gezegd dat ik hier vandaag zou liggen.

'Hallo? U had gebeld?'
'Ja, we vroegen ons af of u er nog over nagedacht hebt over ons aanbod?'
'Euh... Ja, laat ons zeggen dat ik gewoon niet ervan overtuigd ben dat ik de persoon ben die u zoekt.' Ik voegde er nog een paar argumenten aan toe om mijn beslissing te staven.
(een zucht aan de andere kant van de lijn) 'Ik was al bang dat u dat ging zeggen. Jammer, want we hadden u de job willen aanbieden.' Nu ben ik degene die even stil is aan mijn kant van de lijn, waarna ik haar bedankte.

Terwijl ik mijn gsm weer wegstak en door het venster naar de grijze buitenlucht keek van op mijn ziekenhuis, drong het tot me door dat er nog oprechte en fantastische mensen rondlopen op deze wereld. Gewoon al het idee dat ze me hadden willen aanwerven ondanks deze toestanden, is een geweldig idee.

donderdag 9 december 2010

Marit Bremer aan de telefoon

Jaaaah... het was een hyper-druk-hectisch-stress-bic-klikdagje vandaag. Diepe diepe zucht... Ik zit hier intussen thuis op de bank in plaats van in het leslokaal voor mijn avondles Lerarenopleiding. Ik probeer me te ontdoen van de stress van vandaag maar mijn wangen zijn nog steeds rood van de spanningen en inspanningen.

Deze morgen moest ik nog eens bloed laten prikken. Ik had de hele voormiddag vrij dus kon ik nog op m'n gemakje naar huis maar veel rust kreeg ik niet, want ik moest een paar telefoontjes doen voor iets dat we proberen te bestellen en dat maar niet lukt. Vandaag wisten ze plots weer van niks en kon het hele spelletje opnieuw beginnen. Ik was nog steeds kwaad toen ik naar het werk vertrok. En daar kreeg ik ook geen moment rust.

Het ene telefoontje na het andere. Ik zat op een bepaald moment tegen een stagiaire wat stressstoom af te blazen ('argh! Hoe druk. De volgende die belt, die zet ik op het antwoordapparaat! Het zal hun leren!') toen mijn gsm een eerste keer ging: een onbekend nummer. Argh! Ik zit op het werk aan het onthaal en privé-bellen met je gsm is echt niet te doen met een telefoon voor je neus die elk moment kan rinkelen. Maar ik verwachtte de Monitoring en wou het risico niet nemen hun telefoontje te missen. Ik nam op. Het was een telefoontje over een vacature voor een deeltijdse job die ik had gezien en waar ik meer info over had gevraagd. Ik probeerde mijn gezicht in de plooi te houden terwijl ik zo nikszeggend mogelijke antwoorden probeerde te produceren. Onze allerliefste stagiaire moet namelijk niet weten dat ik solliciteer voor een bijkomende job, laat staan dat één van de collega's iets in de gaten zou krijgen.
'Spreek ik met mevr Marit Bremer?'
'Ja, dat klopt.'
'U had meer info gevraagd over ...'
'U-huh. Inderdaad.'
'Ha, ik heb uw e-mailadres. Ik zal u de nodige info doorsturen. Zou u uw kandidatuur vandaag nog kunnen doormailen? Het is nogal dringend.'
'Ik zal zien wat ik kan doen.' Intussen begon ik hartstochtig te bidden dat hij me niet meer vragen zou stellen over mijn motivatie en dergelijke.
'Kunt u even controleren of u mijn mailtje heeft ontvangen? Oh, zit u op het werk?' Hij moet iets gehoord hebben op de achtergrond. Opgelucht dat hij mijn zuinig commentaar nu beter kon plaatsen, antwoordde ik: 'dat klopt ja. Ik zal eens kijken...' Klik klik. Ik bad in stilte figuurlijk op mijn blote knieën dat de stagiaire even niet zou opkijken en dat er geen telefoons zouden binnenkomen op de telefoon voor m'n neus.
'Ik heb het goed ontvangen. Ik doe m'n best om het zo snel mogelijk op te sturen.'
'Ha, dank u. Ik kijk er naar uit.'
'Graag gedaan, meneer. Tot binnenkort dan.' Oh mijn god... Hoor me bezig!
We legden af. De stagiaire was bezig met haar werk en deed heel goed alsof ze niks in de gaten had. Prima meid. Ze steeg tien plaatsen in mijn achting.

En dan was het nog niet gedaan. Nog geen half uur laten zat ik te bellen. Er was een weer een telefoontje binnengekomen op die telefoon voor m'n neus. Het was een lang verhaal en ik was volop bezig er de essentie uit te puren als plots...

triiiii triiiii triiiii

Mijn gsm! Alweer. En nu was het de Monitoring (ik herkende de nummer)! ARGH!
De vrouw aan de andere kant hoorde mijn hapering. Heel gegeneerd zei ik haar dat ik even iets anders moet aannemen, vroeg haar even aan de lijn te blijven en zette haar op muziektoon.
Ik voelde me vreselijk. De stagiaire keek nu wel op en ik mompelde snel: 'dit is écht belangrijk'
'Hallo?' Dit is écht NOT DONE!
'Dag mevrouw. Monitoring hier. Wij hebben uw nieuwe instructies.'
'Zegt u maar' En ik noteerde snel alles op het notitieblokje voor m'n neus.
'2 ampules Menopur nog deze avond. Morgenvroeg nog eens een prik met Decapeptyl en dan morgenochtend om 8u30 verwachten wij u voor bloed en echo.'
'Ok. Dus 2 ampules vanavond en...' en ik kon mezelf voor de kop slaan. De stagiaire zat nog steeds naast mij.
'Inderdaad mevrouw,' antwoordde de vrouw van de Monitoring vrolijk. Ze moet gedacht hebben dat ik een imbeciel was. We zeiden gedag en ik nam razendsnel mijn telefoonlijn terug op.
Zo professioneel mogelijk bood ik mijn oprechte excuses aan, dankte ik de beller uitvoerig voor haar begrip en luisterde ik weer aandachtig verder naar haar toegewijde uiteenzetting. Ikke nerveus? Nee toch... Enkel mijn bic klikte als gek... klikklikklikklikklikklikklikklikklik...

Probeer er vooral niet teveel aan te denken, he. Wie heeft dat ook alweer gezegd? Die mag eens afkomen op zo'n dag. En morgen prijs ik onze stagiaire nog eens vurig aan bij de baas. Leuke meid met als fantastische eigenschap dat ze geen vragen stelt. Kan ik wel waarderen.

woensdag 8 december 2010

Leven onder de loep

We zijn maar twee dagen later en ik moest opnieuw voor een bloedprik gaan. Straks weer nieuwe instructies. De pick-up is plots aan het naderen. Ik dacht dat ik nog vijf dagen verder moest doen met de stimulatie, maar dat lijkt nu niet meer het geval. Alles wordt van dichterbij in de gaten gehouden. Ik word van dichterbij opgevolgd. Ik heb het gevoel dat ik met alles moet oppassen. Dat ik onder het vergrootglas van het professorencollectief sta en dat ze elke beweging mee registreren. Toen het vorig weekend zo glad was buiten, stapte ik nog voorzichtiger dan anders. Ik kwam toen gewoon niet meer vooruit tot grote ergenis van Allerliefste. En mijn fiets blijft intussen ook maar op stal staan, tot mijn grote ergernis (geen beweging meer... snif...). Maar het moest wel. Het ging bijna niet meer. Ik heb sowieso geen zin in een gebroken been, en nu al helemaal niet. Ik geniet nog even van zalm op mijn boterham en chocolademousse als vier-uur-uitspattingetje want daar stop ik ook maar even mee na de 'transfer' zoals ze het terugsturen-naar-afzender van de embryo zo romantisch noemen. Dat is een nieuwe beslissing nadat ik gehoord heb dat ongebakken vis en rauwe eieren slecht kunnen zijn ('k weet al niet meer waarom, maar blijkbaar zijn er zelfs vrouwen die er niet meer aankomen tijdens de hele behandelingscyclus, waarna ik een steekje schuld voelde prikken).

Ik word nerveuzer met de dag en weet niet wat ik nu wel of niet nog kan plannen. Vaststaand feit: ik zal onder narcose gaan. Verwachting: 90% kans dat ik me daarna tot enkele dagen 'slappekes' zal voelen en/of pijn zal hebben.
That's it.

Ik weet niet wanneer het zover zal zijn en dat komt behoorlijk slecht uit want ik werd zonet opnieuw gevraagd om te komen babysitten. Ze vragen me voor overmorgen, de dag voor de datum dat de dokter schatte dat het zover zou zijn. Als zijn voorspelling uitkomt, dan kan ik wel gaan. Is het toch vroeger zover, dan kan ik niet gaan. Wat zeg ik de mensen? Dilemma...

Ik heb mijn baas ook maar op de hoogte gebracht dat ik die en die dagen waarschijnlijk niet aanwezig zal zijn. Hij hoopte dat ik preciezer kon zijn. Dat hoopte ik ook maar ik kan enkel mijn schouders ophalen. Niks aan te doen. Hij mag al heel blij zijn met de verwittiging. In ons klein team is het echt wel nodig om voorbereidingen te nemen als iemand afwezig is. Natuurlijk valt er weleens iemand ziek, maar dan valt de boel in een grote pot soep. Ze zijn al blij dat ze mijn ziekteverloven wat kunnen inplannen. Dat ik hen verwittig.

Een van de collega's kwam bezorgd vragen of ik nog vaak zo onder narcose moet gaan. Dat dat wel vervelend moet zijn. Da's wel lief van haar. Ze denkt dat ik wel iets heel ernstigs moet hebben. Ze heeft geen idee waar ik zit in de behandelingen. Ze heeft er duidelijk geen idee van dat die 'ingreep' waar mijn baas het over had, de pick-up is en dat dit bij elke poging hoort. Dat ook niet iedereen onder volledige narcose moet. Kortom, ze weet niets, enkel dat ik via IVF zwanger probeer te geraken. Da's maar goed ook. Ik vermoed, hoop, dat ze denken dat ik hierna pas zal starten en blijf opzettelijk zo vaag mogelijk. En zo neutraal mogelijk, met een vastgekleefde glimlach op mijn gezicht. En als ik ondertussen wat nerveus mijn nagels zit te bijten, dan wuif ik hun blikken weg: stress, he. 't Is ook zo druk druk druk...

dinsdag 7 december 2010

Deze studente komt babysitten

Het was zover. Ik mocht voor het eerst gaan babysitten. Het vriendelijke koppel dat me had uitgenodigd voor een eerste kennismaking, had besloten het erop te wagen en een avondje uit eten te gaan terwijl ik op het 14 maanden oude zoontje mocht passen.

Ik had mijn cursus Onderwijswetgeving meegenomen om mijn tijd nuttig te vullen ginder en voelde me dan ook meteen terug een rasechte studente toen ik aanbelde. Het zoontje was meteen enthousiast toen hij mij zag. Lachte en kroop vrolijk rond van zijn speelgoed, naar mama, naar zijn boekjes, naar papa, weer naar zijn speelgoed. Terwijl mama me een volledige rondleiding gaf en een pak tips voor-het-geval-dat volgde hij met een groeiende interesse. Er ging iets gebeuren.

Ja, hoor. Even later trokken mama en papa hun jassen aan en de deur achter hen dicht. Op slag verdween de lach van zijn gezicht. Ik kon hem nog tien minuutjes boeien met zijn boekjes en speelgoed, maar toen had hij er genoeg van. Hij vond het spelletje niet meer leuk en wou mama of papa terug. Hij zette het op een wenen. Dus zette ik zijn flesje maar op, half uur te vroeg of niet, en stopte hem meteen daarna in bed terwijl ik een paar schietgebedjes deed.

Er geschiedde een klein wonder. Hij viel pardoes in slaap. En ik kon de uren daarop besteden aan het lezen van mijn cursus en wat zappen en trots zijn op mezelf dat ik hem toch maar mooi rustig had gekregen. Het voelde een beetje als slagen voor een test, ookal was het zeker niet de eerste keer dat ik op een klein kindje moest passen.

maandag 6 december 2010

Wat andere mensen doen op zondagochtend

Naar huis keren van een trouwfeest dat de nacht door gevierd werd.
De bakkerij openen.
De camionette uitladen voor de markt.
Joggen.
De hond uitlaten.
Uitslapen.
Rollebollen en uitslapen.
Kindjes maken in een lekker warm bed en daarna op de koffie bij de schoonmoeder.

Ik fietste naar het Centrum voor een nieuwe echo en bloedtest. Het was nog schandalig vroeg en iedereen die ik tegenkwam onderweg, leek ofwel recht naar huis te keren na een lange nacht, ofwel naar de markt en/of bakker te gaan, ofwel naar het park (dat zijn de fanatici-in-joggingpak). Vooral die laatste soort jaagt me soms de daver op het lijf. Hoe kan je in godsnaam een koud en verlaten park verkiezen boven je bed-met-partner om een rondje in te gaan zweten? Ik fietste ze allemaal voorbij. In het Centrum zaten nog een paar andere vrouwen stil te wachten tot het hun beurt was. Iedereen zat er maar wat gelaten bij. Het was echt nog vroeg en op een zondagochtend lijkt dat tien keer zo zwaar te wegen. Het Centrum was tien keer zo verlaten als op andere dagen.

Ik had spreekwoordelijk lood en helaas reële ijsklompen in mijn schoenen en vloekte als ik bedacht dat ik zonder endometriose niet op zo'n schandalig koude (en natte) ochtend naar een dokter met een echostaaf-in-condoom in de hand moest fietsen. Zo'n gedachten helpen me natuurlijk geen stap verder maar ik kon er niets aan doen en voelde me behoorlijk zielig. Ik beloofde mezelf en Allerliefste te trakteren op een paar lekkere verse koffiekoeken op weg terug naar huis.

Gelukkig was het dit keer veel beter nieuws. Ik ben de trotse eigenaar van maar liefst 12 follikels, 8 rechts en 4 links. Eén is al heel groot. De anderen moeten nog een beetje groeien. Ik heb nu 10 dagen stimulatie achter de rug. De dokter schatte dat ik toch nog 5 dagen moest verder doen. De pick-up kreeg een voorlopige datum mee. Het komt dichterbij.

zondag 5 december 2010

Kleurrijk administratieparadijs

Een lotgenootje heeft me moed ingesproken en de dokter heeft mijn dosis Menopur niet verhoogt. Het gaat nu dus vrij goed. Ik geloof weer dat het allemaal wel in orde zal komen. Vroeg of laat. Bij voorkeur zo vroeg mogelijk.

Allerliefste en ik zijn gisteren even de stad in getrokken om snel een paar leuke spulletjes te kopen voor ons huisje. Wat kleurrijke accessoires. Daar word ik ook altijd vrolijk van.

En ik haal me op aan de kleinste dingen zoals het onder de knie hebben van een goeie truc om geen nieuwe blauwe plekken te krijgen op de plaatsen waar ik me prik. Waarschijnlijk heeft het deels te maken met geluk, maar een verpleegster zei me dat erop drukken nadat je geprikt hebt, ook kan helpen en inderdaad. Sinds ik er even goed op druk, na elke prik, heb ik geen nieuwe blauwe plekken.
Eergisteren heb ik geprobeerd de IVF-administratie in orde te krijgen. De papieren voor de Mutualiteit en verzekeraar geordend. De facturen gecontroleerd. De laatste dingen betaald. Vrijdag had ik dan ook alles klaar liggen. En dan zat ik veel langer bij de vakbond dan gepland. Daar moest ik 'en passant' iets binnengooien. Dat 'en passant' werd voor ik het doorhad meer dan een uur en dan mag ik nog van geluk spreken.

Halftijds werken is een rodeloper entree in het Administratieparadijs. Ik ben in totaal vijf keer naar de vakbond moeten lopen, verspreid over drie maanden, om enkel en alleen de formulieren voor het behoud van rechten als voltijds werkzoekende af te kunnen gaan geven. De ene dag zeiden ze dat ik iets door mijn werkgever moest laten invullen, dan weer dat ik voor een stempel naar de VDAB moest en dan weer dat ik moest wachten op mijn C4 (dat pas vorige week in de bus zat). Het was altijd iets. Vrijdag was ik zeker genoeg van mijn zaak om terug te keren en alles bij hen te dumpen, bleek natuurlijk dat er toch nog iets niet in orde was met de uren die mijn werkgever had opgegeven en dat het bij nader inzien niet echt nodig was geweest om naar de VDAB te gaan.
Alleen al over deze historie kan ik een heel Kafkaiaans boek schrijven. Ik bespaar julie maar verdere details. Meer dan een uur later stond ik weer buiten en had ik echt de puf niet meer om bij de Mutualiteit nog eens te gaan zitten wachten. Het is dan maar voor volgende week. Ik belde Allerliefste en hoorde wat hij die avond wou eten. En gisteren trokken we gezellig de stad in samen.

Toen we blij en voldaan weer thuis kwamen met onze zakken met leuke nieuwe spulletjes en een paar boodschappen, bleek er nog een vergeten enveloppe in de bus te steken. Ja hoor, daar is nog een rekening van het ziekenhuis. Hooray...

vrijdag 3 december 2010

Blinkende sneeuw

Het vriesweer met de stralende zon stond vandaag wel in schril contrast met mijn humeur terwijl ik naar huis keerde met de bus. Ik dacht dat ik elk moment in tranen kon uitbarsten. De echo is helemaal niet zo positief geweest. Ik heb maar twee echt goed groeiende follikels en een paar kleintjes. De dokter zei dat het nog maar te hopen is dat die kleintjes nog meegroeien. Dat het er anders niet goed uitziet. Toen ik opstond, wenste hij me veel sterkte.

Dat is niet wat ik wou horen natuurlijk. Je wenst je patiënt enkel veel sterkte als het er niet rooskleurig uitziet. In het kleedhokje stond ik bijna te wenen. Ik kon de tranen nog inslikken. Er was nog genoeg om aan te denken. Ik moest nog een voorschrift vragen voor Decapeptyl. Ik heb de 20 ampules die ik kreeg, al allemaal geïnjecteerd. 20 dagen ben ik nu al prikken aan het zetten.
En dan moest ik naar de apotheek mijn nieuwe voorraad gaan ophalen. En dan had ik nog naar de Mutualiteit willen gaan, maar ik zag het niet meer zitten. Ik stapte naar de bushalte (met deze sneeuw is fietsen levensgevaarlijk geworden) en wou gewoon zo snel mogelijk naar huis. In de kou. Inwendig te vloeken over mijn eerdere plannen om overtallige eitjes te doneren. In één klap is die droom onderuit gehaald. Ik voel me de grootste naïeveling die er rondloopt. En dan komt de volgende vrees opzetten: wat het me niet lukt om voldoende eitjes te maken om zelf een kind te krijgen? Wat dan?

En nu zit ik thuis in mijn comfortabele joggingbroek blij te wezen dat ik vandaag niet moet werken. Blij te wezen dat ik met mijn pijnlijke buik geen te strakke kleren aan moet. Met de radio luid en met de was in het machine. Life goes on. Toen ik mijn zus even wou bellen, kreeg ik een berichtje terug: 'zit even bij de kapper. Bel je straks wel terug.'

donderdag 2 december 2010

Je bent dertig en je wilt wat

'Hoezo? Ben je niet pas afgestudeerd?' De vraag komt van een medeleerling van de lerarenopleiding. Ze schat me blijkbaar een pak jonger in dan ik eigenlijk ben. Ik zou dit natuurlijk als een aardig compliment kunnen opvatten, maar ik ben er al aan gewend. Nochtans heb ik toch reeds twee jaar de occasionele grijze haren die hardnekkig blijven doorkomen. Ik heb de strijd ertegen zelfs opgegeven. Toen ik die eerste grijze haar ontdekte, heb ik die nog zonder aarzeling uitgetrokken en heb ik de ochtenden nadien de badkamer pas verlaten na een grondige controle van mijn haardos. De spiegel in de lift op het werk was toen mijn grootste vijand, want het was telkens in die spiegel dat ik weer een nieuwe grijze haar ontdekte. Nu laat ik ze staan in de ijdele hoop dat de mensen me eindelijk eens willen schatten op mijn leeftijd. Het werkt nog steeds niet. In plaats van de dertig die ik ben, denkt iedereen dat ik 25 ben. Ongeveer.

Ik denk dat het vooral ook komt omdat de mensen op een andere manier redeneren. De mensen redeneren: diploma – check – job – check – huisje – check – nog geen kindjes – check. Conclusie: leeftijd 25-27 ongeveer. Nattevingerwerk. Ze kijken zelfs niet naar die eerste grijze haren.

De persoon die me vroeg of ik niet pas afgestudeerd ben, weet overigens dat ik geen kinderen heb. Dat is geweten vanaf les één. De lesgeefster heeft namelijk de hoogst irritante gewoonte om de hele tijd vragen te stellen zoals:
'wie heeft er hier kinderen? Jullie weten misschien dat...'
'zij die kinderen hebben, die kunnen misschien antwoorden op deze kwestie...'
'de mensen met kinderen, die weten waarschijnlijk wel hoe het loopt met...'
En zo gaat het de hele tijd. Ze slaagt er regelmatig in alle mensen met kinderen de hand te laten opsteken en die moeten dan allemaal in het lang en het breed hun ervaringen over iets vertellen. De rest word ondertussen straal genegeerd. Alsof je voordat je leerkracht kan worden, eerst kinderen moet hebben gekregen. Wat een onzin en hoe kwetsend, zeg.

Ik probeer met veel moeite om me er niet op te focussen. Ze weet niet beter. Wat me wel aangenaam verraste was de reactie van Allerliefste. Sinds ik deze nieuwe studie ben begonnen (en al heb lopen klagen over het huiswerk dat we moeten maken en de cursussen die we moeten leren (had ik even schromelijk vergeten mee in rekening te nemen bij mijn inschrijving)) heeft hij ook de kriebels te pakken gekregen. Hij is zich stilletjes aan het informeren geweest over een studie voor hem. Je bent nooit te oud om een studie te beginnen, niet? (Allerliefste is ook dertig. Hij heeft vandaag nog steeds geen enkele grijze haar, maar wel – heel komisch – een dikke puist op zijn wang. Eens benieuwd hoe oud ze hém nu zouden schatten.)

woensdag 1 december 2010

Een eufemisme

Ik denk dat ik veel eitjes aan het maken ben. Ik ben vandaag opgestaan met een barstende koppijn en ik voel mijn lies of mijn bekken, of hoe moet ik het uitleggen? Ik voel mijn eierstokken. Af en toe heb ik een flinke pijnscheut. En ik moet vechten tegen neerslachtigheid.

Het voelt aan als een flinke vlaag van PMS maar dan anders. Meer toch onder controle. Ik kan beter objectiveren. Het lukt me om te zeggen 'dit en dat, da's door de hormonen. Dat ben ik niet.' Dat kon ik vroeger bij mijn aanvallen van PMS echt totaal niet. Dan dramde ik door over alles en nog wat, elk onderwerp was goed, om een week later te constateren dat ik mijn regels had en helemaal niet meer snapte waarom ik de week ervoor zo had staan doorrazen over bepaalde dingen.

Ik hoop toch dat ik veel eitjes aan het maken ben. Dat zou wel een mooie beloning zijn, want ik vrees dat het hier nog dagelijks bergaf zal gaan. Ik heb al in mijn kast gekeken of ik losse blousjes en truien heb om te dragen, want ik vrees nu al dat mijn buik wat zal zwellen als het zo doorgaat.

En ik zat hier mijn planning te maken voor de komende week. Ik denk dat ik nog een week zal moeten doordoen met die prikken. Dat maakt dat ik niet dit weekend maar ergens in de loop van volgende week binnen zal moeten voor de pick-up. Komt slecht uit. Het weekend daarop is het namelijk een groot familiefeest bij Allerliefste, en die weten niets van onze behandelingen. Ik hoop dat ik dan weer wat op de been ben want ik verwacht dat de pick-up niet van de poes zal zijn. De dokter raadde me allicht niet voor niks volledige narcose aan. Zijn woorden: ''t kan onaangenaam worden'. Leuk eufemisme.

En eigenlijk was er dit weekend ook een familiefeest. En eigenlijk, nu ik erover nadenk, hebben we deze weken wel elke week iets te doen van familiefeesten of familiebijeenkomsten. Pfff... Valt dat allemaal effe slecht, zeg. En het is nog niet eens Kerstmis. Dat belooft...

dinsdag 30 november 2010

Vreemde gevoelens

Het was een vreemde gewaarwording gisterenochtend. Ik zat aan het ontbijt en ik had zin om een potje te wenen terwijl daar werkelijk geen enkele reden of aanleiding toe was. Ik had vrij goed geslapen. De dag ervoor was een leuke dag geweest met het concert en de dikke knuffel van Allerliefste die me zoveel deugd had gedaan. En toch was ik down. Somber. Neerslachtig. En vooral: met echt de goesting om in tranen uit te barsten.

Ik nam mezelf een tasje thee terwijl Allerliefste zijn boterhammen smeerde en vertelde hem hoe ik me voelde. Allerliefste keek een beetje verbaasd op. Ik voegde er met een zucht aan toe: 'schat, ik vrees dat de bijwerkingen van de hormonen zijn toegeslagen.' Waarop ik een paar keer extra moest slikken om niet alsnog in tranen uit te barsten...

En tijdens de middag, op het werk, kreeg ik ineens pijn in mijn liesstreek, daar waar ik ook wel pijn kon hebben tijdens mijn regels, of tijdens mijn eisprong (ookal wou mijn gynae vroeger dat niet geloven. Een eisprong dat kan je zogezegd niet voelen. Tot ik de website endometriose.be las en daarop vond dat een pijnlijke eisprong wel degelijk kan, zeker bij endometriose.)

M'enfin, de pijn daar kan ik wel mee leven. Gelukkig was de dag vrij hectisch en had ik geen tijd meer om me zielig te voelen of de goesting te hebben om een potje te huilen. Ik slaagde er zelfs in om rustig het ene telefoontje na het andere af te werken, met schijnbaar alle geduld van de wereld en een glimlach alsof ik de verlichaming van 'zen' was. Ik was in uitermate goede vorm. Gelukkig maar, want ik hou mijn hart vast voor wat nog moet komen. We zijn nog niet halfweg met die Menopur.

Decadentie in het kwadraat

Het was een sjokvol weekend, maar wel vol leuke dingen: we zijn niet één keer, maar twéé keer gaan eten (vrijdag en zondag), we zijn taart gaan eten voor de verjaardagen van mijn ma en broer en we zijn naar een concert gegaan. Decadentie in kwadraat, kortom. Maar er is wel een uitleg voor. Vrijdag zijn we gaan eten omdat we geen zin hadden om te koken. Zondag zijn we een snelle hap gaan eten tussen de koffie- en taartmiddag (met (door mijn ma) zelfgemaakte chocoladetaart!! (het was haar verjaardag)) bij mijn ma en het concert. En het was niet één al feest; er moest ook gewerkt worden. Ik had mijn spulletjes mee om me bij mijn ouders effe te kunnen afzonderen voor mijn Menopurprik.

Het concert was echt tof, al moet ik zeggen dat ik tot mijn ontsteltenis mijn maag voelde keren bij de gedachte alleen al aan iets met alcohol. Allerliefste vroeg of ik niet een pintje of glaasje wijn wou, en ik trok gewoon bleek weg. Feestelijk bedankt maar nee. Nu niet. Ach ja, waarschijnlijk is het toch niet aangeraden om alcohol te drinken tijdens de behandelingen, ook al is het maar één glaasje. Ik was sowieso niet van plan geweest om te drinken. Maar dat mijn maag keerde bij het idee, dat verbaasde me toch.
En dus dronk ik maar cola tot ik er misselijk van werd. En toen kreeg ik een hele dikke knuffel van Allerliefste: 'het komt allemaal wel in orde, schat.'

zondag 28 november 2010

Het gedoe van de eerste keer

De eerste prik met Menopur was weer een heel gedoe gisteren. Drie ampules te mengen met één ampuletje water. Drie keer die naald erin, mengen, opzuigen en in de volgende ampule steken. Wat een toestand toch. En dat letterlijk tussen de soep en de patatten. Terwijl ik mijn Menopurprik zette in de badkamer, stond Allerliefste de soepkommen af te ruimen en patatten te schillen in de keuken.

zaterdag 27 november 2010

Een echo, een frons en een lach

Gisteren was het zover. Ik mocht nog eens langsgaan voor een bloedprik en mijn eerste echografie. Ik was er helemaal niet zo gerust in al kon ik de zenuwen nog wel behoorlijk onder controle houden. Toch moet ik er wel bij zeggen dat ik een afspraak had om 9u15 en omwille van die zenuwen 20 minuten te vroeg was. Ik had me voorgenomen op het gemakje te fietsen maar ik was de straat nog niet uit of ik was als een bezetene aan het doortrappen en zo deed ik er minder lang over dan gepland. Tja...

Bij het bloedprikken liep het nog vlot. De verpleegster wierp één blik op mijn arm en zei: 'ha, da's een makkelijke.' De ader in mijn linkerarm roept er inderdaad om om in geprikt te worden. Hij ligt mooi dik en bol in de plooi van mijn elleboog. Ze voegde er zelfs lachend aan toe: 'die kan je binnenkort zelf prikken.' Feestelijk bedankt. Zelfs na een week met dagelijkse Decapeptyl-prikken, kan ik er nog steeds niet naar kijken als ze mijn bloed prikken.

En dan mocht ik door naar de echo. De dokter (of was het een assistent?) stelde me op m'n gemak en vloog er geroutineerd in. En kreeg een frons.
En die frons werd dieper.
En ik kreeg geen commentaar. De frons bleef. Intussen begon hij te poken met de staaf waarmee die echo gemaakt wordt, en te draaien en te zoeken.
En toen hield ik het niet meer. 'Ziet het er ok uit?'
'Wat neemt u van medicijnen, mevrouw?'
'Decapeptyl.'
'Niets anders? Geen stimulering?'
'Euh nee, ik start net. Dit is mijn eerste echo.'
'Aaahh! Maar dat verklaart alles!' De frons was op slag verdwenen en maakte plaats voor een brede glimlach. 'Op uw blad hebben ze gezet dat ik uw follikels moest nakijken.'
Ha nee, ik vertelde kort waar ik sta en wat ik heb en vroeg of alles er goed uitziet. Ik wou vooral weten of ik nieuwe cystes heb gekregen. Of mijn eierstokken er ok uitzien. Of de endometriose weg is.
De dokter was bemoedigend. Er zijn geen cystes. Mijn eierstokken zien er prima uit en er is niks dat erop wijst dat de endometriose terug zou zijn.
Ik voelde me tien kilo lichter toen ik naar buiten wandelde en had zin om iedereen te gaan sms-en. Het drong dan pas tot me door dat ik geen cystes meer heb. Geen endometriose. We staan er goed voor. We mogen starten.

De monitoring belde later in de middag. Ik wandelde net door de straat en probeerde meteen met mijn vrije hand een papiertje uit mijn zak te vissen want onmiddellijk kreeg ik een lijstje instructies mee:
'vrijdag drie ampules Menopur, zaterdag twee, zondag drie, maandag twee, dinsdag drie, woensdag bloed en echo om 8u30. En de Menopur altijd tussen 18u en 20u.' En ik die dacht dat je zelf een beetje kon kiezen wanneer die prikken moesten worden gezet. Ik denk dat er iemand ooit tegen me gezegd heeft: kiest een goed uur daarvoor. Waarschijnlijk iemand die iets anders kreeg. Wat voel ik me soms dom en onwetend. Ik schaam me en vervloek mezelf. En dan haal ik mijn schouders op. Maakt deel uit van het leerproces zeker? Hoeveel je ook op voorhand leest en hoort erover, het is toch allemaal anders voor jou persoonlijk.

Het volgende moment belde ik Allerliefste met het goede nieuws, terwijl ik verder de straat uit huppelde. We starten! We starten! We starten!

donderdag 25 november 2010

Symbooltje voor verankering

Na mijn laparoscopie stond ik eens in de spiegel naar mijn buik te kijken. Drie nieuwe litekens erbij. Nu heb ik vijf litekens op mijn buik, met een groter liteken erbij geteld van toen ik klein was en een blindedarmoperatie heb gehad, een spoedoperatie die toch een flinke streep heeft afgetekend op mijn buik, en met een liteken in de lies erbij gerekend van een operatie aan mijn been. Ik zei tegen Allerliefste: 'nu kan ik evengoed een ankertje of zoiets laten tattoeëren. Ik voel me toch al een halve piraat met al die litekens.' Allerliefste gaf me spontaan een knuffel en vroeg enkel: 'wanneer?'

Toen ik een weekje later hetzelfde mopje tegen mijn ma vertelde, moest zij ook lachen en gaf als enige commentaar: 'waarom niet?' Mijn ma is genezen van kanker en vindt dat iedereen ten volle van het leven moet genieten. Als daar tattoo's bij horen: go ahead!
Ikke: 'omdat dit misschien een mopje is en ik helemaal niet van plan ben om een ankertje op mijn buik te laten tattoeëren?' Ik voelde mezelf terugkrabbelen.

Maar bon, het zette me wel aan het denken. Misschien is een ankertje nog niet eens zo'n idioot gedacht. Het is eigenlijk nogal symbolisch, he. Een symbooltje voor een goede verankering van het embryo'tje dat ze binnenkort zullen terugplaatsen. Als geluksbrengertje kan het misschien wel tellen. Toch stak ik het ideetje in de diepvriezer. Je buik is namelijk mogelijk ook niet meteen de uitgelezen plaats voor een tattoo als je streefdoel een zwangerschap is en een ankertje met een zwangerstriem erdoor is misschien toch niet zo aantrekkelijk. Nu ja... met de litekens is die nu ook al niet meteen het mooiste exemplaar dat er is, maar dit terzijde. Het idee vloog ook terzijde.

Dit weekend sleurde Allerliefste me echter mee naar een Tattoo Convention. Man, daar stonden een paar mensen met een paar euhm... in het oog springende tattoo's, dat kan ik je verzekeren. Ik liep er vooral nieuwsgierig rond te kijken. Allerliefste keek ook zijn ogen uit. Hij heeft niet zo lang geleden een tattoo op zijn arm laten zetten en ik verdenk er hem in stilte van al aan het uitkijken te zijn geweest voor een volgende tattoo, iets waar ik toch mijn hart wat voor vasthou, want wat als hij later spijt krijgt? Maar op een bepaald betrapte ik er mezelf op dat ik toch in die fotoalbums aan het bladeren was op zoek naar leuke ankertjes... Help zeg.

Natuurlijk betrapte Allerliefste me en vroeg meteen weer wanneer ik er eentje ging laten zetten. Niet als hij er teveel druk oplegt, da's zeker. En ook niet tot ik honderd procent zeker ben van een leuk ontwerpje. Dat leuk en klein is. En door een goeie tattoo-eur gezet kan worden. En pas als ik weet wat de uitkomst is van deze poging. Lukt het niet van de eerste keer, dan kan ik wel een extra geluksbrengertje gebruiken, is de redenering.

Laat ons zeggen dat ik in afwachting er nog eens over nadenk. Gisterenavond begon het alleszins serieus te kriebelen en ik ben zelf al wat aan het tekenen gegaan. Dat was ook wel fijn in ieder geval.

woensdag 24 november 2010

Elegant in blauw

Ik moet iets toegeven. Ik ben zo iemand die heel gevoelig is voor blauwe plekken. Ik moet maar mijn been even ergens lichtjes tegen stoten en ik heb een blauwe plek. Daar komt bij dat ik af en toe echt lomp kan zijn. Ik zit ook niet zo graag stil en tafelhoeken, stoelen, fietspedalen, bureau's en ladenblokken oefenen simpelweg een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit op mijn schenen en knieën. Resultaat: ik heb altijd wel ergens een blauw plek, vaak op mijn benen. Allerliefste amuseert zich er regelmatig mee: als hij mij op een gloednieuw exemplaar betrapt, dan begint hij er op te drukken tot ik in tranen ben van de pijn of van het lachen of beide.

Sinds deze zomer heb ik echter ook al blauwe plekken gehad op mijn armen na bloedprikken. En nu heb ik er weer twee nieuwe bij... op mijn buik. Geen idee of het normaal is om blauwe plekken te krijgen nadat je jezelf moet prikken. Geen idee of het normaal is dat één van die plekken toch zo groot is als een vijftig cent stuk.

Maar het is wel heel vervelend want ik ben niet dik en heb dus niet veel plaats om me te prikken (dat moet in het vet in de buik, zo schuin onder de navel) en ik heb nog wel een paar weken prikken voor de boeg, waarvan binnenkort dagelijks twéé prikken zelfs. Zal het morgen eens vragen als ik weer voor een bloedprik moet.

Daarnaast moet ik nog iets bekennen. Ik kan nogal lui zijn als het aankomt op make-uptoestanden. Da's eigenlijk gewoon niet echt aan mij besteed. Ik ben dus een lui en lomp geval dat geen make-up draagt en met doorgaans wel ergens een blauw plek op mijn benen.

Vandaag was ik het echter ineens grondig beu. Beu om me een lomp en hopeloos geval te voelen. Geen make-up en de occasionele blauwe plek op een scheenbeen is één ding, een buik vol prikgaten is wel iets heel anders. Het was tijd voor actie. Ik heb mezelf twee uur in de badkamer opgesloten en kwam er pas weer uit nadat ik grondig geboend was, inclusief een scrub-, smeer- en poederbeurt van mijn gezicht als extra verwennerijtje, en nadat ik mezelf voorzien had van een mooie laag nagellak op vingers én tenen. Toen ik de badkamer verliet, had ik zowaar het gevoel alsof ik klaar was om naar een feestje te gaan. Was wel tof. Moet ik vaker doen. Allerliefste ging volledig akkoord.

Kennismaking met de babysit

Gisterenavond weer eens moeilijk gehad. Ik had vorige week misschien wat overmoedig gereageerd op een oproepje van een buur die op zoek was naar een babysit. Gisterenavond was ik uitgenodigd voor een avondje kennismaking. Het liep wel vlot, maar ik werd me opeens heel erg bewust van het feit dat ik zelf kinderloos ben. En al dertig. En ik zag haar soms bedenkelijk kijken. Ik vermoedde dat ze zich zat af te vragen waarom, hoe, of...? Ik was ineens supergegeneerd en ik denk dat ze dat goed heeft opgemerkt, waardoor ik me natuurlijk nog meer geneerde.

De peuter was wel een schatje. Heel vrolijk en spontaan. Kwam vrij snel eens nieuwsgierig kijken wie deze vreemde vrouw was. En wat voor ongelooflijk interessante kralenketting die aan had.
Dus deed ik maar wat ik vaak doe in zo'n situaties: ik praat mee over kinderen, maar dan over de kinderen van anderen: oh ja, mijn zus haar kinderen doen dat ook blabla...! Dan zie je die vrouwen echt ontspannen van: 'ha, de 'moeder'-taal!' Soms bloedt mijn hart daar wel wat door, maar het zijn alleszins leukere onderwerpen dan IVF-toestanden.
Het moeilijkste moment kwam natuurlijk nadien pas. Toen ik weer thuis was. Met Allerliefste voor de tv. Was dit wel een goed idee? Ah ja, ik kan maar eens proberen zeker? Overigens, nu ik maar halftijds werk, is elk zakcentje welkom.

dinsdag 23 november 2010

Een tijd om reizen te plannen

We zitten aan een laat ontbijt. We hebben alletwee een vrije dag. Allerliefste zit in een boek te bladeren. Een reisgids voor onze volgende Verre Reis. Deze keer gaan het richting Zuid-Amerika. Ik vind het superspannend. Het is niet de eerste keer dat we zo ver gaan, maar wel nog maar de tweede keer en de vorige keer ging het helemaal de andere kant op van de wereld, naar Azië. We zijn nog nooit naar Zuid-Amerika getrokken. Nu woont één van de vrienden van Allerliefste ginder. Hij ging er een paar maanden naartoe gaan, maar is gebleven. Heeft er nu een huisje en een vriendin. En een job. En wij kregen een uitnodiging.

Ik vind het echt spannend en kijk er enorm naar uit. Allerliefste ook. Waarschijnlijk gaan we in februari. Al denk ik dat ik wel een goeie annulatieverzekering ga nemen, just in case.

En dan moet ik me zitten verdedingen bij de mensen. Bij mensen die weten dat we met IVF bezig zijn. 'Is dat wel een goed gedacht om zo ver te reizen?' 'Ge gaat toch niet gaan als ge zwanger zijt?' Euh ja... Mijn zus is wel naar Sri Lanka gegaan toen ze nog maar twee maanden zwanger was en mijn nichtje loopt ook vrolijk rond. In die eerste maanden kan nog zoveel misgaan, maar moet ge daarom negen maanden op een stoel blijven zitten in België? En als we nu niet gaan, wanneer dan wel? Komt er wel ooit een goed moment?

En trouwens, ik hou meer rekening met het niet lukken, dan dat het wel van de eerste keer zal lukken en ik denk dat het wel leuk zou zijn om dan wat afleiding te krijgen. En eigenlijk kunnen alle andere mensen de boom in en moeten ze zich met hun eigen zaken bemoeien. Ik heb ineens keiveel zin om naar Zuid-Amerika te gaan en die vriendin eens te ontmoeten waar ik zo nieuwsgierig naar ben.

Al zal ik me wel even nog over de financiën van de zaak moeten buigen. Dat wordt wel nog even spannend. Intussen hebben we namelijk de eerste factuur gekregen van het Fertiliteitscentrum: 67 euro enkel en alleen voor het labo-onderzoek van Allerliefste zijn staaltje. En er komt nog véél meer aan. - Diepe, diepe zucht... -

maandag 22 november 2010

Tongbijten

Ik moest vandaag serieus op mijn tong bijten. Op het werk ging het opeens over prikken en de kwestie: kan je ertegen? Kan je ernaar kijken? En: kan je ze zelf zetten? Geen idee meer hoe we erop zijn gekomen. Een collega vertelde dat zij quasi flauwvalt bij de gedachte alleen al. Een andere collega deed een hele uiteenzetting over hoe zij ooit nog op een stage heeft moeten helpen bij het bloedprikken bij baby's en dat ze het wel zelf kon doen bij die baby's, maar er niet naar kon kijken als zij zo'n baby'tje moest stilhouden als haar collega de bloedprik deed. En dat ze wel bij haar man ooit nog eens prikken heeft gezet, maar er niet naar kon kijken als haar zonen prikken moesten krijgen. Jadajadajada...

Ik wou roepen dat ik dat zo herkende: dat ik nu plots zelf prikken kan zetten bij mezelf maar er nog altijd niet naar kan kijken als ze mijn bloed prikken. Alleen wil ik niet dat mijn collega's weten dat ik al begonnen ben met het zetten van de prikken. Ik wil niet dat ze weten of kunnen raden waar we zitten in de behandelingen. Dus zweeg ik, met veel moeite...

zaterdag 20 november 2010

Stel je voor dat...

Gisterenavond met een paar vriendinnen afgesproken. Vriendin A die ik al een tijdje niet meer had gezien, is gaan samenwonen met haar vriend en had ons uitgenodigd voor een avondje 'gezellig bijpraten'.
'Ons' dat waren: vriendin B die niet zo ver woont en die ik desondanks gemakkelijk al een jaar of twee niet meer had gezien, zeer goeie vriendin C die helaas wat verder weg woont waardoor we elkaar niet bepaald regelmatig zien en ik. Met vier dus. Afwezig was de vijfde vriendin, vriendin D, die momenteel in het buitenland zit. Dat was wel jammer. Met haar erbij zou ons clubje van vroeger weer eens volledig geweest zijn.

Voor we naar ginder trokken, belde vriendin C, de goeie vriendin mij op voor nog een paar praktische dingen. Voor ze wou afleggen, hield ik haar even tegen.
'Weten ze het,' vroeg ik haar.
'Van jou of van mij?'
'Beide.' Daarmee bedoelde ik mijn kinderplannen en haar kinderwens, onze problemen en onze toekomstige behandelingen (die van mij in de wel zeer nabije toekomst, die van haar in de iets verdere toekomst). Zij heeft PCOS. Verder weet ik niet echt veel details, buiten dan dat ze vrijwel nooit natuurlijk haar regels heeft en al een lange tocht langs gynaecologen achter de rug heeft om gewoon uit te vlooien wat er eigenlijk mis met haar was. Dat was voor er nog maar sprake was van een eventuele kinderwens.
En sinds ik zelf meer ben gaan opzoeken over endometriose, weet ik ook dat PCOS even slecht nieuws is als endometriose. We zitten met andere woorden in min of meer hetzelfde schuitje en dat schept een band. Alleen was zij lang nog niet aan kinderen toe. Ik had altijd het gevoel tien stappen voor te staan op haar, waardoor die goeie band toch ook wel soms, zeker twee jaar geleden, wat op een slappe rekker leek op dat vlak. Niet dat ik dit slecht bedoel, he. 't Was gewoon... ik stond gewoon steeds zoveel verder als het aankwam op die kinderwens. Tot nu. Sinds een tijdje spreken zij en haar vriend serieus over kinderen krijgen.

En de laatste jaren zag ik de anderen niet meer zo vaak. We kennen elkaar van vroeger en gingen een beetje ieder z'n eigen weg. Ze waren gewoon met heel andere dingen bezig. Vriendin C was eigenlijk de enige die ik regelmatig hoorde. Zij was van in het begin op de hoogte van onze mislukte natuurlijke pogingen. Duimde mee voor ons. Ze is een aantal keren bij ons op bezoek geweest. Ik heb haar zelfs de laatste keer dat ze op bezoek was mijn Schema getoond. Als ze kinderen wil, zal ze ook langs een Fertiliteitscentrum moeten gaan en sinds ze op een ochtend opstond met het ontnuchterende en volle besef dat ze het ook wel fijn zo vinden om zo'n kabaalmaker in pampers in huis te halen, hoort ze me honderduit over het onderwerp. Daarmee is die slappere rekker in één klap vervangen door een zéér stevig snoer. Ze is wat ze noemen een hartsvriendin.

'Nee, niet helemaal. Maar we gaan er wel over praten, niet? 't Zijn onze vriendinnen.' Vriendin C houdt niet van geheimen en ik vind IVF geen taboe.
'Ok.'

De avond vorderde en af en toe werden hints gegeven. Ik twijfelde inmiddels of ik het wel zou zeggen. Ik dacht een beetje na over het nut. De toon van de gesprekken was nu net zo lekker luchtig en optimistisch. Vriendin A, de gastvrouw van de avond, was honderduit aan het vertellen over hoe ze haar vriend tegen het lijf was gelopen. Vriendin B vertelde over haar job en over haar dilemma nu ze een ander, potentieel zeer interessant voorstel had gekregen. Kortom, de sfeer zat erin. We zaten gezellig te keuvelen.

Maar toen kwam het koffie-moment, na het eten. Ze kennen me als koffieverslaafd. Ik bedoel: ik dronk tot zo'n maand, anderhalve maand geleden vijf tot zes tassen koffie per dag. Een dag zonder en ik zat met een onhoudbare hoofdpijn. Iedereen weet dat ik geen tas koffie liet staan. En ik koos thee. Er begon er meteen één: 'Je weet toch wat ze zeggen over vrouwen die geen meer koffie lusten?'
Waarop ik meteen: 'ja, en ik ben níet zwanger.'
Waarop vriendin C begripvol: 'dat zul je nu wel vaak horen, zeker?'
Ikke: 'Ja, nogal.' En ik van de twee anderen een pak vragentekens kreeg. Dus zei ik nogal luchtig: 'ja, ik moet hormonen pakken. Die hebben ervoor gezorgd dat ik geen koffie meer lust.' Ik dacht dat ze er meteen verder zouden vragen. Ikke, hormonen pakken? Maar nee...

Het ging een tijdje over koffieverslavingen en ik dacht dat we zover van het onderwerp afgedwaald waren dat het niet meer ter sprake zou komen, maar later zaten we gezellig in de zetel genesteld, en hebben we toch alles verteld. Ik over endometriose en IVF en vriendin C over haar PCOS en haar kinderwens. Het voelde toch wat vreemd om met twee zo'n geladen geheimen te delen en dus gooiden we alles maar beetje bij beetje op tafel, of liever in de groep.

De andere twee wisten denk ik niet zo goed hoe te reageren. Normaal is het goed nieuws om vriendinnen te hebben met kinderwensen enzo, maar hier zaten we ineens met een paar vriendinnen een leuke reünie te houden en de twee die een kinderwens hebben, hadden ook meteen zicht op de hele medische mallemolen. Ik vond het een beetje jammer voor vriendin A die pas was gaan samenwonen. Zij gaf toe dat ze er ook al aan gedacht had. We babbelden er wel over, maar het was niet langer zo'n vrolijke tetter over kinderdromen en rooskleurige toekomstplannen. Ik mis het een beetje, die vrolijke babbels over 'stel je voor dat...' en zo.

Maar tegelijk besef ik ook wel dat ik geweldige vriendinnen heb. Ik kan me niet voorstellen dat ik met dergelijke dingen níet zou terecht kunnen bij mijn vriendinnen.

donderdag 18 november 2010

Junkie in slaapdronken modus

Tweede dag, tweede prik. Ik moest vandaag mijn wekker zetten, speciaal voor deze prik want vandaag mocht ik eigenlijk uitslapen. Een beetje slaapdronken gooide ik het deken van me af en wandelde naar de eetkamer waar mijn spulletjes op tafel klaarstonden. Met het prut nog in mijn ogen, legde ik het boekje met de instructies naast me en brak ik de ampule met het mengvocht open, nam de spuit, zette de dikke naald erop, zoog het vocht op, spuitte het in de ampule met Decapeptyl (in poedervorm), mengde, schudde, zoog het weer op, liet de lucht eruit, verwisselde de dikke naald door een kleine fijne naald en nam mijn buik vast. Nee, wacht, ik nam nog een klein ontsmettingsdoekje, depte mijn buik ermee en liet nog eens de lucht uit de naald. Ik overliep nog eens alles. Keek of ik niets vergeten was. Nee? Klaar. Ik ademde eens diep in. Ik was gelukkig moe genoeg en wou gewoon zo snel weer naar bed dat ik die naald er snel induwde. Hij gleed er in alsof mijn buik van boter was. Het deed minder pijn dan ik verwacht had eigenlijk. Zou dat komen omdat als je het zelf doet, dat je zo geconcentreerd bent dat je de pijn naast je neer legt?

Het was alleszins snel gebeurd. Ik trok de naald er weer uit. Er liep meteen nog een druppeltje uit, gevolgd door een druppeltje bloed. Ik drukte het ontsmettingsdoekje er weer op tot er geen bloed meer op parelde. Het was voorbij. Ik kon weer naar bed. De stapel doosjes met naalden en ampules vlogen weer opzij. Allerliefste gooide het deken weer over me en nestelde zich tegen me aan.

Het duurde even voor ik weer indommelde. Dit is voor de komende weken dagelijkse kost. Het is helemaal niet meer zo glorieus, de IVF-carrousel. Ik voelde me nu echt een halve junk. Het stemde me wat somber.

woensdag 17 november 2010

Junkie doet een vreugdedansje

Hoera! Woohoo! Hip hip hooray! Ik sta hier een paar vreugdedansjes te doen in mijn living. Ik ben er zonet in geslaagd om zonder enige hulp mijn allereerste prik te zetten bij mezelf!! Het is gelukt! Ik ben zo trots op mezelf dat ik hier als een idioot zit te grijnzen terwijl ik dit typ.

Allerliefste stond er een beetje bij te kijken. Hij was verrast dat het zo snel gefikst was en noemde me al even trots een 'echte junk'. Ik beloofde hem lachend dat hij ook eens eentje mag zetten bij mij. En toen kreeg ik een hele dikke knuffel. En toen vroeg hij of ik een tasje thee wou. 'Nog niet,' kraakte ik terug terwijl ik hem weigerde los te laten. Mijn stem was effe in staking, niet akkoord met de plotse adrenaline-opstoot en mijn benen sloten zich ineens bij het protest aan met een trilactie.

En de monitoring, de vriendelijke dame van het centrum die me opbelde met mijn eerste instructies, hakte voor mij ook meteen de knoop door over op welk uur van de dag ik die prikken Decapeptyl moet zetten: 's morgens. Liefst min of meer op het zelfde uur. Dat betekent dus vanaf nu elke dag de wekker zetten, werkdag of niet. Allez dan maar. So be it. En dan kreeg ik nog meteen twee data mee waarop ik nog eens bloed moet laten trekken en een echo moet laten maken. Mijn arm vertoont intussen overigens geen enkel spoor meer van de bloedprik van deze morgen. Echte professionals ginder. (Toen ik voor een bloedprik bij de anesthesist moest deze zomer, had ik daarna een geweldige blauwe plek op mijn arm en moest ik een paar weken met lange mouwen gaan werken.)

dinsdag 16 november 2010

Over spiegelbeelden en de relativiteitstheorie

Rustig middagje thuis. Telefoon gaat. Mijn zus. Ze is thuis met de kinderen (3 stuks). We tetteren over koetjes en kalfjes en confiture maken en venten en ineens moet ze lachen. Haha, nr 3 heeft een spiegel ontdekt en is zich ijverig aan het spiegelen. Nr 3 is 11 maanden oud en heeft een spiegeltje gevonden op een stuk speelgoed. Kort daarop zit ze haar spiegelbeeld kusjes te geven. Mijn zus verzekert me dat het een hilarisch zicht is.

Op de achtergrond hoor ik nr 1 en 2, respectievelijk 5 en 3 jaar oud, pardon 3,5 jaar oud, met duplo spelen. Ik hoor vooral hoe de stukken de living doorvliegen, op de voet gevolgd door de schaterende nr 1 en 2. Het klinkt zo komisch dat ik meelach.

Daarop zucht mijn zus iets over kinderen en de (in)compatibiliteit van de chaostheorie en de relativiteitstheorie en... Ik zucht iets terug over kinderen en de onherroepelijkheid van de vierde dimensie, met name 'tijd', en neem nog steeds glimlachend een slokje thee in alle stilte in mijn rustig huisje.

maandag 15 november 2010

Forumtalk

Een vrouw stelt me gerust op het forum. Ze is een schat. Komt als geroepen. Ik ken haar echte naam niet, geen idee wie ze is, maar ik kan haar in mijn armen sluiten en ze een mega-knuffel geven. Ze vertelt over hoe moeilijk haar man het soms heeft gehad tijdens de behandelingen en nu nog soms tijdens haar zwangerschap.

Allerliefste is soms een zielig en grauw hoopje mistroostigheid. In zijn waarde aangetast. Ik had het niet eens deftig in de gaten want hey, we waren net zo trots op zijn topatleten. He's the man. De dokter zei het zelfs. Met een toon van stille bewondering en afgunst bijna voor dergelijk vakmanschap.
Toch zit hij erbij als een labradorpup. Onbeholpen. Intriest. Om op een ander moment puur vergif rond te spuien: waarom kinderen willen krijgen anyway? Waarom ouder willen worden? Kinderen krijgen staat gelijk aan Problemen, met hoofdletter, etc etc... Over de IVF krijg ik ineens te horen: 'doe maar', en hij draait zijn rug naar mij. Ik word kwaad. Al jaren spelen we dit spel: welles – nietes – nog nietes. Een jaartje uitstel erbij. Een paar maanden uitstel erbij. Nu zeg ik hem: 'een week uitstel kunt ge krijgen, maar niet meer. Meer kan ik je niet geven. Maar dat is niet het probleem, he?' Hij kijkt me niet begrijpend aan.

De vrouw op het forum vertelde me hetzelfde verhaal: een man in huis als een vat vol zelfbeklag. Van dat soort waardoor een boom van een vent met een dekentje op de bank kruipt en urenlang zapt van het ene rioolniveau-tv-programma naar het andere.

Ze zei: 'Het was ook geen gezamenlijk project.' Alles draaide om haar. Van de dokters die enkel haar naam afriepen, tot het zetten van de spuitjes en zo verder. Iedereen vroeg aan haar hoe het ermee was en vroeg aan hem hooguit wat hij wou drinken of hoe het ging op het werk. Ik vertel haar verhaal aan Allerliefste.

'Mja,' zegt hij, 'zit misschien wel iets in.' Ik zeg dat ik vooral blij ben te horen dat we niet alleen zijn, niet het enige koppel dat zo reageert. En dat het me wel even heeft wakker geschud. Ik vraag hem hoe het ermee gaat. En sindsdien overspoel ik hem met welgemeende complimentjes.
Hoe ik er meer een gezamenlijk project van moet maken weet ik niet, maar hij zal er toch bij moeten zitten als ik mijn eerste spuit zet, al was het maar om mijn hand stil te houden zodat ik niet teveel tril.

Sindsdien, we zijn nu een week verder, gaat het al veel beter. We hebben van het inrichten van één van de kamers een gezamenlijk project gemaakt. We gaan een logeerkamer inrichten. Allerliefste schoot meteen in gang en stond voor ik het besefte alle mogelijke rommel naar buiten te slepen.

zondag 14 november 2010

Babysit

Een buur is op zoek naar een babysit voor haar zoontje van 14 maanden. Ik las haar berichtje gisteren. Hmm... Zou ik? Zou ik niet? Twijfel... Dan toch maar proberen? Laat je niet afschrikken door het zinnetje “in ruil willen wij graag ook eens op jouw kind(eren) passen,” zeg ik tegen mezelf. Ik stuur haar een mailtje. Nee, ik heb nog geen kinderen en nee, ik babysit verre van elke week, maar ik heb een jaar met jonge kinderen gewerkt en vond dat wel heel leuk. En ik heb toch tijd om handen en... En anyway, waarom zou ik geen babysit mogen zijn als ik toevallig zelf met IVF bezig ben?
Ze stuurt me al snel een mailtje terug met een uitnodiging. Meteen betrap ik er mijn hart op een heel klein sprongetje te maken. Joepie, dan kan ik misschien nog eens een verhaaltje voorlezen! Enfin, 14 maanden oud, da's eerder een boekje doorbladeren, samen prentjes kijken en vooral 'damage-controle' in koortsige pogingen om het boekje weer min of meer in één stuk in de kast te kunnen doen belanden, gevolgd door een aai over de bol, het wegvegen een snottebel en oogjes toe.
Ik laat het terloops weten aan Allerliefste. Ik ben een beetje bang dat hij het idee om op andermans kinderen te passen volstrekt idioot zou vinden, maar nee, zijn wenkbrauwen gaan verbaasd de hoogte in maar de enige bijkomende commentaar is: 'ach zo? Fijn zo.'
Wordt ongetwijfeld vervolgd...

zaterdag 13 november 2010

Prik-klok-zorgen

Nu 'D-Day' of liever 'P-Day', met de P van 'Prik', dichterbij komt en de zenuwen steeds moeilijker te onderdrukken zijn, is er nog maar één ding waar ik maar niet uit geraak: welk uur van de dag kies ik om mijn spuiten te zetten? Tenminste, ik veronderstel dat ik dit min of meer te kiezen heb...

's Morgens... nee, liever niet, ik ben geen ochtendmens en ik denk dat dat ook niet aangewezen is als ik 's morgens voor bloedprikken moet gaan.

's Middags? En dan mijn naalden en hormonenpotjes meenemen bij mijn lunchpakket naar het werk zeker? Feestelijk bedankt. Dit is misschien voor sommigen heel praktisch, maar ik toch liever niet.

's Avonds dan. Goed. Om hoe laat? Om welk uur 's avonds ben ik doorgaans vrij? Euhm... Dat ligt wel wat moeilijk eigenlijk. Vroeger op de avond, zo tussen de soep en de patatten? Kan in principe altijd... Behalve dan op dinsdagavond wegens mijn nieuwste bezigheidstherapie: de avondlessen die ik volg voor mijn lerarenopleiding. Tenzij ik mijn naaldensetje meeneem en me ginder opsluit in een wc in een vergeten gang van het zo goed als lege gebouw ('s avonds loopt daar niet meer zoveel volk rond). Dat zou ook wel kunnen al moet ik dan wel altijd in zeven haasten die naalden erin rammen en zie ik het wel zitten om wekelijks op een vuile wc een ampule open te breken met mengvocht, dat vocht op te zuigen en weer in te spuiten in een dosis hormoon, mengen, weer opspuiten, weer inspuiten in een tweede dosis hormoon, mengen, naald veranderen (dunne naald eropzetten), lucht eruit laten, en dat dan in mijn buik rammen? En dit in zeven haasten snel snel voor de les?? Ik denk het niet...

Best is nog waarschijnlijk gewoon tussen elf en twaalf, voor het slapengaan, maar wat doe ik dan op vrijdagavond over drie weken, als we naar een optreden gaan kijken waar we al lang tickets voor hebben gekocht? Mijn naaldensetje en zo meenemen en hopen dat ik door de security geraak? Me ergens in een vuile wc opsluiten en me daar een injectie toedienen (met dezelfde bezwaren als hierboven, want ik zal daar dezelfde hoeveelheid ampules e.d. nodig hebben en de wc zal nog enkele gradaties smeriger zijn waarschijnlijk)? Wat een geweldig vooruitzicht...
Of vroeger doorgaan? Of snel thuis passeren tussen optreden en after-drink? Allerliefste doet me wat aan.

Laat IVF vooral uw leven niet beheersen, he. Wat een goed voornemen van mij.

vrijdag 12 november 2010

Onze arme geweldige mannen

Ik heb medelijden met de mannen van de 'MMM-club'-vrouwen. Zij kunnen namelijk zo weinig doen. Supporteren vanaf de zijlijn. Toekijken hoe hun vrouw binnenmoet op controle of voor kijkoperaties, spuitjes moet zetten, slikken of smeren, opvliegers krijgt, nog eens bloed moet laten trekken, nog eens eindeloos wachten op nieuws.
Het enige wat de man moet doen is er op die ene dag staan met dat potje. Sommigen slagen er niet in. Wat wil je? Wat een druk op je schouders zeg, na zo'n weken van voorbereidingen, soms na maanden wachten. Bij sommige is dit zelfs niet eens nodig omdat ze niet kunnen bieden wat nogal elementair is om het wonder te doen geschieden: springlevende, dolenthousiaste zaadcellen.

Is het dan gek dat de mannen zich soms zo nutteloos voelen? Overbodig? Waardeloos?

Allerliefste zit in een serieuze put en hij wilt er niet echt over praten. Ik moet het doen met wat gebrom en gemompel en het zegt veel als hij gewoon al in de kamer wilt blijven zitten als ik weer begin over de kleur van de kinderkamer-to-be. (Ik moet toch iets doen terwijl we wachten?)

Een man van een 'MMM-club'-vrouw, is niet zomaar een man. Hij moet over een paar bijzondere specialiteiten beschikken:
- geduld waar geen einde aan komt
- een luisterend oor dat niet vol geraakt
- een vaste hand voor het helpen bij het zetten van de prikken als het de vrouw teveel wordt
- een XXXXL schouder voor als de vrouw het nog eens op een huilen zet en da's iets waar ze een abonnement van onbepaalde duur op heeft genomen
- een taaltalent dat keer op keer de juiste woorden weet op te diepen uit de obscure spelonken van onze rijke woordenschat
- het als geen ander verstaan van de kunst van het zichzelf wegcijferen en van het in een verwijtensloze lucht laten hangen van de eigen wensen
- een innemendheid op de grens van helderziendheid over hoe de vrouw zich zal voelen zodat hij steeds weer het wankele evenwicht kan behouden op de slappe koord van torenhoge vrouwelijke verwachtingen
- en dan het moeilijkste misschien nog voor zij die dit 'geluk' hebben: het vloeibare goud kunnen leveren, en dan nog op doktersafspraak zónder ondertussen zijn gevoel voor romantiek te verliezen.

Elke man van de MMM-vrouwen-club, stuk voor stuk, is een absoluut Geweldige, Fantastische, Unieke, Onmisbare en Onvervangbare man. Zonder onze mannen, zouden veel 'MMM-club'-vrouwen pardoes de dieperik in tuimelen en zouden hele stoeten kinderen nooit het levenslicht zien hoeveel prikken wij vrouwen ook mogen zetten.

Ik zou niet weten wat ik zou doen zonder Allerliefste zijn gebrom en nukkige weigeringen om deel te nemen aan mijn onnoemelijke uitweidingen over het thema, en zijn rustige standvastigheid als het aankomt op het plaatsen van die prikken, iets waar ik nu al volop op reken.

donderdag 11 november 2010

Eitjessolidariteit

Tijd dat ik nog eens terugkom op onze clubjeswereld. Nee, ik hoor nog niet thuis in de Mama-club. Maar ik heb wel een nieuwe club waar ik in thuis hoor: de MMM-club. Ik moet bekennen dat ik heb moeten raden naar de betekenis van 'MMM', een afkorting die ik in mijn club regelmatig tegenkom. Voor mij betekent dit de 'Medische Mallemolen'.

Een heel leuk aspect aan deze club is dat er enorm veel warme solidariteit heerst. Veel luisterende oren als je een dipje hebt. Veel lotgenoten die weten wat je doormaakt. Een specifiek aspect aan de MMM-club is wel de anonimiteit. Mijn club zit op forums op het internet, in chatrooms, in gesloten mailinglijsten en op blogs. Er bestaan ook praatgroepjes in sommige centra, en ze hebben ook al geëxperimenteerd met telefonisch onthaal door vrijwilligers. Ik denk niet dat die laatsten zo succesvol waren. Om eerlijk te zijn, ik heb niet zoveel nood om in een groepje te gaan zitten babbelen over de dromen van Allerliefste en mij. Allerliefste zou trouwens enkel een lege stoel zijn ginder. Nooit van z'n leven krijg ik die mee naar zoiets. Niet zo leuk dus en daarom maar meteen afgevoerd.

Maar de club is er. De intenties zijn er, de warmte, het medeleven, de solidariteit. En da's wel leuk. Da's goud waard. Zonder die forums enzo had ik mezelf waarschijnlijk al lang gek verklaard. En als ik nu even heel stout mag zijn – en eerlijk – het lezen over de lijdensweg van sommige anderen, doet me wel eens denken: Zo erg kan het bij ons toch niet zijn, he? Al heeft het me ook met mijn beide benen weer op grond gezet: de kans dat het snel lukt, is klein. De kans op een miskraam is groot en het verdriet zal niet niks zijn. Toch denken we alletwee dat we er redelijk goed voorstaan.

Eén van die dingen die ik daardoor al van in het allerbegin denk, is: we moeten de anderen helpen. Wij hebben namelijk iets te bieden. Allerliefste beschikt over 5 sterren-zaad. Olympische zwemmers. Dat wilt wat zeggen. Trots dat we allebei zijn daarop.
En ik heb ook nog een goede eitjesvoorraad, had de dokter gezegd. Hij was hoopvol. Dus ben ik natuurlijk gaan dromen.

En zo droom ik dat Allerliefste zijn zwemmers en mijn eitjes een legertje perfecte embryo's zullen fabriceren. En af en toe stiekem toch dat we van de eerste keer prijs hebben (ik droom er echt soms van 's nachts, dat ik zwanger ben en aan iedereen het goeie nieuws vertel en dat iedereen in tranen is van vreugde en...). En dat we embryo'tjes over hebben. We tekenden vrijwel meteen voor de donatie-optie toen ze ons de documenten onder onze neus schoven. Een vorm van wishful thinking veronderstel ik.

Ik wou ook graag iets terug doen voor mijn MMM-club, uit dankbaarheid. Nu ik zelf deel uitmaak van deze club is het ineens heel dichtbij gekomen: het onvervulde verlangen van anderen. Weereens geconfronteerd worden met de digitale anonieme tranen van anderen, doet me wat. Als ik zou kunnen, ik zou mijn eitjes weggeven. Of een paar zwemmers van Allerliefste, al is dat natuurlijk niet mijn beslissing.
Mijn zus, geconfronteerd met mijn analoge natte tranen, wou ook meteen haar eitjes geven, als het maar een beetje kon helpen. Maar voor mij moet ze het niet doen, en ik wil haar de hormonenmallemolen besparen ookal vind ik het een ongelooflijk lief en moedig voorstel.

Daarom ging ik ook plots wat rechter zitten toen ik een nieuw forumtopic openklikte: egg-sharing.
Regelmatig zijn er oproepen voor eiceldonoren. Ze hebben er te weinig. Welke gezonde moeder wilt er ook door het hele hormonengekkenhuis gaan voor een ander? Dit is nog een reden waarom ik er mijn zus van wil weerhouden. Ze heeft drie kinderen en drukke job en een pak vermoeidheid om mee rekening te houden. (Al wil ik er wel meteen aan toevoegen dat ik ze wel énorm bewonder, deze vrouwen.)

Het principe van egg-sharing is bijzonder eenvoudig: de eitjes die je over hebt bij jouw behandeling, worden gedoneerd aan koppels die eitjes te weinig hebben. Je moet geen gezonde moeder volpompen met hormonen enzo. Je slaat twee vliegen in één klap. En je moet geen ongebruikte en gezonde eitjes buitengooien bij het vuilnis.

Ik ben meteen een megafan. Moest de kans zich voordoen... ik zou niet aarzelen. Al denk ik dat ik toch eerst nog een beetje ga afwachten. Eerst zien hoe het loopt voor ons. En zien of Allerliefste wel akkoord is.

(Meer info over egg-sharing op: http://www.brusselsivf.be/p_6771.htm)
(Meer info over eiceldonor worden op: www.eiceldonor.be )