zaterdag 19 februari 2011

Hoe meer hoe liever

Het is zaterdagvoormiddag en ik heb net mijn ontbijt op: een sloot groene thee en een perenyoghurtje. Meer krijg ik niet binnen na gisterenavond. Mijn tweede yoghurtje, perziksmaak, staat vooralsnog onaangeroerd naast mij, in het gezelschap van de prut in mijn ogen en onfrisse slaapgeur. Ik heb niet goed geslapen deze nacht. Ik dacht dat ik letterlijk ging ontploffen. Gisterenavond hadden we weer een bedrijfsetentje. Iedereen op restaurant. Ja, met die collega's en die baas die me vriendelijk gevraagd hebben om ander werk te gaan zoeken. Zonder cynisme, doch wel even duidelijk schetsen in welke sfeer het etentje plaatsvond. Ik ben gelukkig niet rancuneus en probeerde maar wat te genieten van de leuke ontspannen sfeer weg van de burelen en dossiers. En de avond begon al goed: met een glaasje champagne, en daarna op restaurant met lekkere witte wijn en een paar overijverige obers die de glazen hardnekkig bleven bijvullen zodat ik na een uur al niet meer doorhad hoeveel ik nu eigenlijk op had en daarom mijn glas een volgend uur niet meer durfde aanraken. Ik denk dat ik het zo wel binnen de perken heb kunnen houden en toen ik daarna te voet terug naar huis ging (het toeval wou dat het restaurant vlakbij was voor mij), ging dat in een behoorlijk rechte lijn. Het enige dat wat wiebelde, waren mijn voeten in mijn laarsjes met kleine hak die steevast tussen de kasseien zakten waardoor mijn pogingen in een overtuigende rechte beheerste pas veranderden in een wiebelend enkeldansje.

Maar hetgene me nog het meeste in beslag nam op de terugweg, was mijn overvolle maag. Dat dessert was superlekker geweest, een appeltaartje met bol ijs, maar was al vijf minuten na het meer dan gewillig naar binnen werken ervan veranderd in een blok cement. Thuis stond ik bijgevolg een poosje wankelend te twijfelen of ik eerst naar de wc zou gaan, of toch maar gewoon in bed zou kruipen, in de hoop dat mijn maag ook cement aan kan. Mijn maag is nu wel wat gewend als het op dessertjes aankomt, dus uiteindelijk vertrouwde ik er maar op. Met een lichtelijk onrustige slaap tot gevolg. Maar het is wel gelukt. En tot mijn grote vreugde heeft mijn wijnstrategie ook gewerkt, want een kater? Ik? Bah, nee. Ik voel me prima. Enkel wat moe en overeten, maar niet misselijk, geen koppijn, geen kartonnen mond, niks.

Dat ik gisteren kon drinken ('kon' in de zin van: op een veilig moment in de behandelingen, want we wachten nog op de start van Nummer Twee) kwam ook mooi uit, want ik had mijn baas nog maar vorige week verteld dat we Nummer Twee allicht gingen uitstellen, iets waar ik twee dagen later alweer op teruggekomen was, maar dat ik nog niet aan zijn neus gehangen had en niet bepaald van plan was om te vertellen ook. Hij moet niet weten wanneer ik start met Nummer Twee. In de plaats me daarover de kop te breken, nam ik nog een slokje van die lekkere Italiaanse wijn (ik ken niks van wijn, maar hij smaakte echt wel goed).

En natuurlijk, evidemment, zoals dat altijd gaat met een aantal jonge vrouwen in het team die of op het punt van trouwen staan, of rondlopen met samenwoon-plannen met hun buitenlandse vriend, of pas afgestudeerd zijn, hier hun eerste jobervaring opdoen om dan het carrièreleven in te stappen, werd er toch weer druk gespeculeerd over de toekomstdromen. Het was heel erg in de (een glaasje-wijn-teveel-op-en-veel-te-vrijpostige) sfeer van 'dromen, he, geen plannen. Al wat je zegt, wordt je later niet terug onder de neus geschoven' en 'dromen zijn toch onschuldig, niet?', werd er toch één van de Vragen gesteld. Niet 'wil je kinderen?', niet 'wanneer wil je kinderen?' (antwoord bij de meesten: 'oh, da's nog niet voor nu, zeh!'), maar wel deze: 'hoeveel kinderen wil je?' Jaaah! Laten we samen gezellige dromen op roze wattenwolkjes op de grote tafel gooien. Altijd een fijner onderwerp om over te praten dan lastige klanten of moeilijke dossiers. En dus hoorde ik het al snel heel stil aan:

Collega A stak namelijk meteen van wal: 'Veel!' met een Heel Brede Glimlach. Waarop er een moment van lichte verbijstering door de groep ging (ofwel projecteerde ik mijn eigen verbijstering op de korte stilte waarin mijn collega's een gepaste reactie probeerden te vinden, want collega A is een hyper-modebewuste jonge vrouw die geen grammetje teveel weegt, nooit zonder make-up haar hybride-auto zou uitstappen op haar nieuwste laarsjes. Die geen nagel zal riskeren aan het eens doen van de afwas. Zie je welk type ik bedoel? Collega A is Miss Couldn't Be More Perfect.) Natuurlijk noopte haar uitspraak om meer uitleg en dus kwam er: 'vier of vijf'. Waarop ik meteen dacht: 'man, dan ga je er toch snel aan moeten beginnen, zeh'. Collega A is toch ook al 28 of zo.

Ik was natuurlijk niet de enige die zich verslikte in haar glas wijn, mijn baas verslikte zich ook bij het horen van dit aantal. Waarop Collega A natuurlijk er meteen aan toevoegde dat ze wel gaat wachten tot ze zich bij haar vriend in het buitenland heeft vervoegd en er nog heel wat afgelachen werd dat dat niet voor morgen zal zijn met haar huidige povere vooruitgangen in het onder de knie krijgen van de razend moeilijke buitenlandse taal... Ik bedacht me dat ze beter schooljuf wordt toen ze vertelde hoe ze zichzelf als mama ziet: haar kroost mooi op een rijtje naast haar.

Yeah right!

Collega B wilt er twee, vertelde ze heel zelfzeker. Collega C hield de lippen stijf opeen. Zij laat nooit iets vallen over een eventuele kinderwens. Ze is de dertig al gepasseerd en ik denk dat ze denkt dat het allemaal zo'n haast niet heeft en denk tegelijkertijd dat ze me wel voor zal zijn. Ongetwijfeld.

Collega D is het jonge ding van het team en ze zat naast mij al even stil de gesprekken aan te horen. Zij is nog lang niet toe aan kinderen en weet ook nog niet hoeveel ze er dan wel wilt.

En dan boog mijn baas, die naast mij zat, zich naar mij: 'en jij? Nu we erover bezig zijn, wil ik het jou wel vragen.' Dat zei hij omdat hij weet dat niemand van de collega's die vraag nog aan mij zal stellen en de rest was zo druk bezig met het lachen met de idealistische plucheroze dromen van elkaar dat ze niet eens doorhadden dat ik ook in het gezelschap zat.

'Ik zal je twee antwoorden geven op die vraag. Vroeger wou ik er twee à drie. Nu ben ik al blij met eentje... en hoop ik op een tweeling. Zo heb ik er twee voor de prijs van één.' Hij lachte gelukkig met mijn toch wat wrange mopje.

'Twee dus,' zei hij. Waarop ik hem uitlegde dat ik er vroeger helemaal geen wou. Absoluut niet. Dat duurde tot ik een jaar of 22 was en toen besloot ik opeens dat als ik dan toch moeder zou worden, dat ik liefst een jonge moeder wou zijn. En toen kwam ik Allerliefste tegen en wou die absoluut geen kinderen. En daardoor hebben we jaren gediscussieerd over wel of niet, zodat we niet eens tot de discussie 'hoeveel?' kwamen.

'Ja, en toen...' en ik viel stil. Het vervolg kennen we.

'Je weet dat het soms wel snel kan gaan, he. En er zijn er die plots toch nog natuurlijk zwanger raken. Of na een kindje via IVF opeens opnieuw zwanger blijken te zijn.' (Oh ja, hij had ook die paar 'mirakelverhalen' gehoord.)

'Oh, dat weet ik,' beaamde ik. En ik vertelde ook over hoe en wanneer dat zou kunnen in mijn geval. Dat ik wel nog één natuurlijke cyclus heb gehad, en dat dit nog wel eens zal komen misschien, maar dat ik niet mag zeggen 'en nu probeer ik een paar maanden natuurlijk' want dat dat niet echt aangewezen is voor mij. Waarop hij heel verbaasd was, en ik hem heel rudimentair uitlegde wat ik heb en hoe dit opgelost moet worden (operatie, een zwangerschap of cyclusonderdrukking (lees: menopauze of de pil)) en dat ik de operatie en menopauze al gehad heb. En van de warmte-opwellingen samen met mijn ma, en dat ze mij heeft leren haken intussen zodat ik, als ik opnieuw in menopauze moet, me nu een echt bommake kan voelen. Haha.

Ik zag aan mijn baas dat hij duidelijk onder de indruk was en dat hij een beetje begon te snappen wat ik allemaal deze laatste zes maanden heb meegemaakt. En dus concludeerde ik: 'met eentje zou ik echt al heel blij zijn' en nam nog een slokje wijn.

Daarna belandden we weer in veiliger vaarwater (wat te doen de volgende keer we er eens met het team op uit trekken) en een tijdje later wandelde ik alleen naar huis. Ik probeerde Allerliefste te bellen want ik had nood aan het horen van zijn stem en ik had plots buikpijn en last van misselijkheid, maar hij nam niet op. Hij was iets gaan drinken met kameraden en hoorde zijn gsm waarschijnlijk niet.

1 opmerking:

  1. Oh bah... Mijn maag zou ook cement worden van zo'n gesprekken, zelfs zonder appelgebakje met ijs... Vreselijk... Je lijkt et wel goed gered te hebben anders. Ik denk dat ik daar misschien wel zou beginnen wenen op de duur. Of anders zeker onderweg naar huis. Of thuis. Ja, ergens zou ik dus zeker hebben zitten wenen :-) Je kan het ze niet kwalijk nemen natuurlijk, maar het is wel confronterend...
    Ik hoop en duim met je mee dat die tweeling eraan komt, een tweeling bij Poging Twee. Daar gaan we voor!

    Dikke knuffel
    xxx

    BeantwoordenVerwijderen